zondag 31 januari 2010

Plasticiteit van de hersenen

Onze hersenen hebben een enorm vermogen tot verandering en aanpassing.
Vormen van plasticiteit:

  • Ervaringsonafhankelijke plasticiteit
    De hersenen worden voor een groot deel gevormd door spontane, intern gegenereerde, processen die optreden zonder invloed van buitenaf.
    Deze ontwikkeling gaat als het ware vanzelf volgens een genetisch programma, zonder dat daar extra prikkels vanuit de buitenwereld voor nodig zijn.
    Zo ontwikkelen de verschillende delen van de hersenen zich in een bepaalde volgorde en volgens een vaste structuur.
  • Ervaringsverwachte plasticiteit
    De hersenen ontwikkelen zich ook door een combinatie van genen en informatie uit de buitenwereld op een normale, bij de ontwikkeling horende manier. Deze ontwikkeling kan zich uitsluitend voltrekken als er een bepaalde stimulatie van buitenaf aan het genetisch programma wordt toegevoegd.
    Voor de meeste functies is die stimulatie alleen optimaal als ze gebeurt tijdens die specifieke tijdsperiode in het leven, waarin het betreffende hersengebied zich vormt. Die periodes noemt men kritieke of gevoelige periodes. Zo zijn de eerste 6 levensjaren bij mensen een gevoelige periode voor de verwerving van taal. Na deze periode verloopt het aanleren van taal veel minder vlot en spontaan.
    Andersom heeft het geen zin om van een kind iets te verwachten waarvoor het nog geen hersengebieden heeft gevormd. Zo komen plannen en rekening houden met de gevolgen van eigen handelen pas later in de puberteit tot ontwikkeling omdat de prefrontale cortex zich nog volop organiseert.

Door de ervaringsonafhankelijke en ervaringsverwachte plasticiteit zien onze hersenen er grofweg allemaal dezelfde uit en functioneren ze ook min of meer op dezelfde manier. Hun basisstructuur en –werking is gelijk.

  • Ervaringsafhankelijke plasticiteit
    Uw en mijn hersenen verschillen ook van elkaar. Die verschillen hebben in de eerste plaats te maken met onze verschillende aanleg. Ze zijn minstens evenzeer te wijten aan de verschillende ervaringen waaraan iemand wordt blootgesteld. Het leven dat je leidt en de dingen die op je pad komen leveren verschillende soorten informatie voor de hersenen. Zo zien de hersenen van mensen die viool spelen er anders uit dan die van informatici en die weer anders dan die van sporters. Mensen die hun leven in het oerwoud doorbrengen hebben meer moeite met het onderscheiden van rechthoekige voorwerpen dan mensen die leven in een verstedelijkte omgeving.
    Ervaringsafhankelijke plasticiteit biedt ons de mogelijkheid onze hersenen te vormen en te trainen door het opzoeken van dit soort informatie die onze hersenen in de gewenste richting vormt.


Als een bepaald gebied in de hersenen beschadigd geraakt en zijn oorspronkelijke functie niet meer kan vervullen, dan kan een ander gebied in de hersenen deze functie overnemen. Dat gaat echter meestal ten koste van de functie die het gebied eerder vervulde.
Twee soorten:
  • Contralaterale plasticiteit
    Een hersenfunctie die eerst door een gebied in de ene kant van de hersenen verzorgd werd wordt overgenomen door een gebied in de andere kant van de hersenen.
    Bijvoorbeeld: kinderen bij wie het gebied voor taal in de linker hersenhelft wordt weggenomen kunnen toch nog overweg met taal dank zij de overname van deze functie door motorische gebieden in de rechterhersenhelft.
  • Crossmodale plasticiteit
    Een hersengebied dat eerst bepaalde informatie verwerkte verwerkt nu andere informatie. Zo blijkt de visuele cortex bij blinden tastinformatie te verwerken in plaats van visuele informatie, of de auditieve cortex handmotoriek in plaats van auditieve informatie bij doofgeboren mensen.


Naar: SITSKOORN, M., De maakbaarheid van het brein, p. 65-73.

donderdag 28 januari 2010

(On)voorspelbaarheid

Als het verleden door met verrassingen voor de dag te komen niet leek op het daaraan voorafgaande verleden, waarom zou onze toekomst dan moeten lijken op ons huidige verleden?
Nassim Nicholas Taleb

vrijdag 22 januari 2010

Beslissingen bij het levenseinde

Men kan zes mogelijke beslissingen bij het levenseinde onderscheiden.

  1. Het stoppen van een medisch zinloos geworden behandeling met of zonder medeweten /verzoek van de patiënt

  2. Het niet opstarten van een medisch zinloze behandeling met of zonder medeweten/verzoek van de patiënt
    Door deze ‘niet-behandelbeslissingen’ verzaakt men aan therapeutische hardnekkigheid. Deze beslissingen moeten bij bewuste patiënten principieel met hen overlegd worden.
    Vroeger werd een niet-behandelbeslissing ‘indirecte’ of ‘passieve’ euthanasie genoemd. Deze benamingen zijn misleidend omdat het begrip passieve euthanasie een contradictio in terminis is (zie definitie van euthanasie).

  3. Het aanpassen van de pijnstillers met als nevenwerking bewustzijnsvermindering, coma en zelfs vervroegde dood met of zonder medeweten/verzoek van de patiënt
    Pijnstillers of kalmeermiddelen kunnen zodanig worden verhoogd dat de patiënt het ondraaglijke lijden niet verder bewust hoeft te ondergaan. Dit wordt palliatieve sedatie genoemd. Dit is ‘barmhartige stervenshulp’ of het verlichten van het stervensproces bij een patiënt die ‘hoe dan ook toch zou sterven’. De verkorting van het leven is niet het middel, maar is er soms een mogelijk gevolg of neveneffect van.
    Ook deze werkwijze wordt vaak ten onrechte passieve euthanasie genoemd. Palliatieve sedatie wordt vaak als alternatief voor euthanasie aangeboden. Daar is niets mis mee indien de patiënt dit verkiest, maar deze werkwijze bevindt zich vaak in een schemerzone omdat men meestal niet weet of er vooraf met de patiënt werd overlegd.

  4. Hulp bij zelfdoding
    De arts verleent hulp aan een persoon die zelfdoding wil doen door hem een voorschrift of dodelijk middel te verschaffen. Vervolgens trekt de arts zich terug en doet de patiënt aan zelfdoding op een door hem gekozen ogenblik.

  5. Opzettelijk levensbeëindigend handelen zonder verzoek van de betrokkene
    Dit werd vroeger ‘onvrijwillige’ of ‘ongevraagde’ euthanasie genoemd. Deze benaming is duidelijk een contradictio in terminis en dus onterecht.
    Levensbeëindiging zonder verzoek kan plaatsvinden bij zwaar zieke onmondige pasgeborenen en jonge patiëntjes die uiteraard niet om euthanasie kunnen vragen.

  6. Euthanasie
    Alleen ‘het opzettelijk levensbeëindigend handelen door de arts op uitdrukkelijk en herhaald verzoek van de patiënt zelf in een uitzichtloze situatie en met ondraaglijk lijden’ kan euthanasie genoemd worden.


Bron: DISTELMANS, W., Een waardig levenseinde, p. 181-190.

maandag 18 januari 2010

Boeren verdienen meer

Centraal in de Vredeseilandencampagne staat de kortfilm Le Belge, die dit weekend door Acht nog verschillende malen wordt uitgezonden en inmiddels ook op internet druk bekeken werd. Door zich aan te sluiten bij België, hoopt het hoofdpersonage Yacouba Doumbouja op een goede opleiding, een betere infrastructuur, een grotere markt en een stukje van de Europese landbouwsubsidies. Een bizar plan, maar voor Yacouba slechts één van de vele pogingen om met zijn bananen een leefbaar inkomen te verdienen.
lees verder

Le Belge

maandag 11 januari 2010

Heimwee naar het paradijs

De meeste mensen hebben een mythisch beeld van een gouden tijd waarna het alleen maar minder werd, maar bij ontstentenis van enig bewijs of dat een tijd was waarin de natuurstaat gewelddadig was of utopisch, is het aannemelijker dat het idee van een oorspronkelijk paradijs meer het product van verlangen is dan van iets anders.

Susan Neiman

zondag 3 januari 2010

Als het leven zo miserabel was als Hobbes zegt, valt niet te begrijpen waarom iemand zou klagen over de korte duur ervan.
Susan Neiman

Design by The Blogger Templates

Design by The Blogger Templates