Red(der) jij het nog?
Het klonk voorzichtig: "Wat doe jij met moederdag?" Dit was duidelijk geen enthousiastelinge. Voor haar werd het een treurige bedoening. Ze kon haar teleurstelling nauwelijks verbergen: uithuizige sportmannen en ’s avonds een bezoekje aan de eigen moeder.
Moeders, en bij uitbreiding alle vrouwen, worden nog steeds en overal geacht zonder morren, en met liefde, voor anderen te zorgen en zich aan hun wensen aan te passen. De druk is groot om aan die verwachtingen te voldoen. Vrouwen die om welke reden dan ook niet aan dat zorgzame ideaalbeeld beantwoorden, worden snel als ontaarde moeders, egoïstische krengen en bitches bestempeld.
Zelfs in tijden met moderne mannen nemen geëmancipeerde vrouwen vaak als vanzelfsprekend het leeuwendeel van de huiselijke en zorgende taken op zich.
Op moederdag worden ze – als het goed gaat - voor al dat redderen bedacht met een cadeau. Tegenwoordig zijn wafelijzers not-done, en krijgt moeder de vrouw een geschenk voor haarzelf, dat ze eigenlijk zelf ook kon kopen. Geen haar op het hoofd van de schenkers echter dat eraan denkt om, tenminste op de dag zelf, een paar van die weinig inspirerende en vreugdeloze taken over te nemen.
Op moederdag staan de meeste vrouwen zelf achter het fornuis, en lopen ze net als anders het hele huis rond om iedereen aan tafel te krijgen. Moederdag valt bovendien op een zondag, en dan wordt er in de meeste huishoudens toch al niet gepoetst.
Het is de meeste meisjes al heel vroeg voorgeleefd, ingelepeld en ingepeperd: vrouwen dienen altijd klaar te staan voor anderen. En met hun grotere empathische vermogen gaan zij ervan uit dat die anderen, mannen en kinderen, dit ook zien en appreciëren.
Niets van. Die vinden het doodnormaal dat iemand hun sokken en onderbroeken van de grond opraapt, hun kleren klaar legt, hun rommel opruimt en hun boterhammen smeert om naar school of werk mee te nemen. Zelfs de eigen moeder vindt het vaak vanzelfsprekend dat haar dochter zich voor haar uitslooft.
Na enige tijd is het dan ook allemaal zo teleurstellend. Dit ondankbare bestaan hadden ze niet verwacht, ze hadden het zich helemaal anders voorgesteld.
Natuurlijk moet er worden gezorgd voor mensen die het niet alleen af kunnen: voor jonge kinderen, zieke en gehandicapte mensen, voor hulpbehoevende ouderen. Het zal wel in de orde der natuur liggen dat vrouwen daar over het algemeen beter in zijn. Daarvoor zou best veel meer maatschappelijke erkenning mogen gegeven worden. En er bestaat ook nog zoiets als een taakverdeling die het leven in gemeenschappen aangenaam maakt.
Maar wie voor zichzelf kan zorgen zou dat ook moeten doen. Daar moeten vrouwen en moeders niet voor opdraaien.
Waarom gaan vrouwen niet in algemene staking?
Af en toe doet een zeldzame vrouw zo’n oproep tot haar lotgenoten. Maar net als moederdag belandt dit initiatief daarna in de vergeetput en herneemt iedereen zijn gewone dagelijkse doen. Want "ieder nadeel hep se foordeel", en elke ziekte brengt ook winst mee. Al dat beredderen levert vrouwen immers een niet te onderschatten en ondubbelzinnige machtspositie op. Veel mannen die zichzelf heel belangrijk achten, zijn reddeloos verloren zonder een vrouw die de minder interessante maar levensnoodzakelijke kantjes van hun leven regelt.
Door hun niet aflatende zorg hebben vrouwen een enorme impact op de levens van anderen. Vrouwen delen daardoor, veel meer dan ze zich bewust zijn, de lakens uit in het gezin. 'Moeders wil is wet', en daar zit duidelijk, maar jammer genoeg, veel stil genot achter.
Al te redderende vrouwen maken bovendien hulpeloze broekjes van hun zonen en zadelen dochters, die ook iets voor zichzelf willen, op met schuldgevoelens. Zij houden daarmee hun hele kroost in bedwang, krijgen aldus het gevoel nodig en belangrijk te zijn en rekenen zo op eeuwige dankbaarheid. Dat dit rekensommetje weleens niet uitkomt, breekt hen later dan zuur op.
Vrouwen die klagen over hun sloofjesrol, moeten dus ook goed bedenken dat ze die weliswaar niet bewust hebben gekozen, maar ze wel zelf in stand houden én er ook de voordelen van opstrijken.
Als ze deze toestand willen doorbreken, zullen ze moeten aanvaarden dat de dingen niet altijd gebeuren zoals zij ze geregeld willen zien. Want wie een evenwichtiger taakverdeling wil, moet ermee kunnen leven dat hij het niet helemaal voor het zeggen heeft.
Wie anderen wil veranderen, begint immers best met zichzelf.
© Minervaria, 13 mei 2007
0 reacties:
Een reactie posten