De cactusman 1
Er was eens een man die een verzameling zeldzame en uitzonderlijke planten bezat. Sommige ervan waren gemakkelijk te kweken geweest, bij andere had het veel moeite gekost om ze tot groei en bloei te brengen. Hij besteedde enorm veel tijd aan zijn planten, en zorgde ervoor dat elk exemplaar precies de juiste hoeveelheid warmte, zonlicht, water en meststof kreeg.
Zo geweldig trots was meneer van Dam, want zo heette hij, op zijn unieke verzameling dat hij misprijzend neerkeek op de mensen die niet verder kwamen dan de Normalia en de Modalia, die op elke straathoek te koop waren. Regelmatig kwamen mensen aanbellen en vroegen zijn prachtige verzameling te mogen bekijken. Meneer van Dam durfde dit niet te weigeren, want hij maakte het graag iedereen naar de zin. Maar hij was erg bang dat bezoekers zijn planten zouden beschadigen, omdat ze niet beseften hoeveel die wel waard waren. Want sommige bezoekers voelden aan de bladeren, en daar durfde hij dan niks over zeggen.
Daarom verhuisde hij heel zijn verzameling naar een aanbouw achteraan, en vulde het huis met wel 200 soorten cactussen. Daarvan zouden mensen heel zeker af blijven. Zodoende kreeg elke bezoeker alleen nog cactussen te zien.
Er waren cactussen met dunne, venijnige stekels, met rechte korte en met gebogen stekels, of waarbij de stekels in een eigenaardige vorm waren gerangschikt, sommige cactussen waren bedekt met een wollige deken over hun stekels, en andere hadden weer dikke, harde stekels. Op zijn cactusverzameling was meneer van Dam dan ook bijna even trots als op de zeldzame planten in de serre achter het huis.
Het hele huis was vol cactussen. Ze stonden op alle tafels en tafeltjes, op de kasten, op de raamkozijnen, tot op de stoelen en de grond toe. De sterkste exemplaren had hij buiten gezet, zelfs voor de voordeur. Daarom sprak iedereen over het Cactushuis, en noemde men hem de Cactusman. Meneer van Dam vond dit helemaal niet erg. Zijn nieuwe naam klonk hem zelfs veel voornamer in de oren omdat ze voor het nodige respect zorgde.
De mensen vonden hem vreemd. Ze hadden het niet zo begrepen op de stekelige planten, en bleven nu bij de cactusman uit de buurt. Als ze er toch voorbij moesten, liepen ze in een grote boog om het huis heen. Bijna niemand herinnerde zich nog dat de cactusman ook andere planten in huis had, en dus kwam ook niemand hem nog bezoeken. En meneer van Dam dacht op zijn beurt dat zijn uitmuntende verzameling de mensen helemaal niet kon schelen.
Op een dag bood zich een vreemdeling aan. Die had over de unieke plantenverzameling gehoord, en wilde deze heel graag bezichtigen. Meneer van Dam liet de bezoeker al zijn cactussen zien. Pas toen de man voor de derde keer aandrong, bracht de cactusman hem naar de aanbouw met zijn plantenverzameling.
Eerst was de bezoeker opgetogen, maar na een poosje fronste hij zijn voorhoofd.“Uw Intelligentia staat er heel krachtig bij, uw Creativa en Originalia verbazen mij met hun oogverblindende kleurenpracht, uw Initiativa dwingt alleen maar bewondering af en uw Perseverantia is behoorlijk fris. Maar ik zie toch een aantal planten waaraan uw nauwgezette zorg blijkbaar is voorbij gegaan.”
De cactusman stond als aan de grond genageld. ‘Hoe waagt deze vreemde snuiter het om de schat van mijn huis te bekritiseren!’, dacht hij verontwaardigd.
Toen de bezoeker afscheid nam, gaf hij de cactusman een bescheiden plantje:“Neemt u alstublieft deze Gentilia aan als dank voor uw tijd en moeite. Het is een zeer gemakkelijk plantje, en het zal u veel plezier bezorgen.”
Helemaal van de kaart gebracht door deze vreemde ervaring, duwde de cactusman de bezoeker een spaarzaam bloeiende, fijnstekelige cactus in de handen en liet hem uit.
De vreemdeling was de deur nog niet helemaal uit, of de cactusman haastte zich ongelovig naar de serre. Daar moest hij echter toegeven dat de bezoeker gelijk had. Onder de weelderige Enthousiastica, Variabilia en Renovatia, stonden de Humoria, de Socialia en de Sentimentia er mat en verlept bij. Van de Amicitia was zelfs nauwelijks iets overgebleven!
Een ontzaglijke spijt welde in hem op. Hoe had hij dit kunnen laten gebeuren? Hij had het nooit opgemerkt, zo was hij in beslag genomen door de teelt van stekelige cactussen. Plots besefte hij dat hij, door zijn zorg om mensen af te schrikken, zijn waardevolste bezit had verwaarloosd.
Snel haalde hij de verpieterde plantjes van onder het dichte bladerdek vandaan, en plaatste ze op de meest zonnige en warme plaatsen in zijn huis. De cactussen, die nu teveel waren, zette hij dan maar achteraan het huis. En toen bedacht hij dat hij maar beter meteen zijn hele plantenverzameling naar de woonvertrekken kon brengen en de cactussen achteraan zetten. Dagenlang was hij bezig met het verhuizen van planten.
Alle voorbijgangers waren stomverbaasd. In de plaats van die akelige cactussen, stonden nu prachtige planten met sierlijke bladeren in allerlei vormen en groenschakeringen voor de ramen van het cactushuis. Eerst dachten ze dat de cactusman verhuisd was. Maar toen iemand durfde aan te bellen, zag hij dat het nog altijd dezelfde man was, die de buur uitnodigde binnen te komen en een kop koffie te drinken.
In het huis groeiden en bloeiden de bevrijde planten naar hartelust. Hoe meer zonlicht en warmte de tere plantjes kregen, hoe groter en sterker ze werden. De man moest erkennen dat het nu heel wat leuker was in zijn huis. Hij kon zich veel vrijer bewegen, nu hij niet meer moest opletten voor venijnige stekels. Uren kon hij zitten kijken naar de oneindig gevarieerde bladeren en bloemen van zijn dierbare planten en hij genoot intens van zijn nieuwe interieur.
Weldra waren alle planten zo weelderig geworden dat hij stekjes kon nemen, die hij in kleine potjes uitpootte. En op een dag stond de deur van zijn huis wijd open. Iedereen werd uitgenodigd om zijn prachtige plantenverzameling te bekijken, en voor elke gast had de cactusman, die weer gewoon meneer van Dam was geworden, een kleine Gentilia in petto.
© Minervaria 16 augustus 2007
0 reacties:
Een reactie posten