Klaagzangen over immigranten
De gebruikelijke klaagzang tegen buitenlanders, die in ieder land opklinkt zodra zich een plukje niet overduidelijk gefortuneerde mensen van over de grens zich gevestigd heeft: ze zijn vuil, ze maken lawaai, ze stelen, ze willen niet werken maar enkel op de bijstand teren, ze vullen de ziekenhuizen, ze nemen de scholen over,ze accepteren onze waarden en normen niet,ze wonen in overvolle huizen, ze verpesten de buurt, de overheid doet meer voor hen dan voor ons.
Als zij rijk zijn, lanceert men een andere reeks standaardklachten: ze kopen alles maar op, ze zorgen ervoor dat de prijzen stijgen, ze kijken op ons neer, ze denken dat ze beter zijn dan wij, de regering luistert teveel naar ze.
Dit zijn geen waarnemingen met hoog realiteitsgehalte maar uitdrukkingen van gedachteloze rancune.
Michael Dummett, Vluchtelingen en immigratie, p. 82-83.
0 reacties:
Een reactie posten