Pijlers van moderniteit
De Westerse vooruitgang berust op tenminste 7 pijlers in het Westerse denken, die Mahbubani de ‘westerse wijsheid’ noemt.
1. Vrije markteconomie
Smith heeft duidelijk gemaakt dat de wezenlijke aanjager van economische groei bestaat in de vrijheid van ieder individu om zijn/haar eigen arbeid te verkopen of zijn/haar kapitaal te investeren. Economische groei, en daaraan gekoppeld toenemende welvaart, kan niet van bovenaf of centraal gestuurd worden, maar begint bij het initiatief van het ondernemende individu zelf.
Deze pijler kan dus beter vrij ondernemerschap genoemd worden.
2. Natuurwetenschappen en technologie
De vooruitgang van de wetenschap is gebaseerd op het afwijzen van religieuze en dogmatische leerstellingen, interesse in en onderzoek van de materiële wereld, kritisch denken en het geloof in menselijke vooruitgang.
3. Meritocratie
Omdat ieder individu in een maatschappij een potentiële hulpbron is, moet iedereen voor zover mogelijk gelijke kansen krijgen om zich te ontwikkelen en een bijdrage te leveren aan de samenleving. Ieder individu moet zijn/haar talent kunnen ontplooien en er mag niet gediscrimineerd worden tussen mensen.
De visie van een samenleving op haar leden is essentieel. Zijn de armen een last of een potentiële bron van rijkdom? Zijn er groepen die als paria beschouwd worden of heeft iedereen dezelfde waarde? Zijn mannen en vrouwen evenveel waard?
4. Pragmatisme
Europa heeft zich uit de duistere Middeleeuwen bevrijd door zich te ontdoen van theologische beperkingen. Verder kenmerkt pragmatisme zich door een liberale en seculiere levenshouding en de bereidheid om steeds bij te leren.
5. Cultuur van vrede
Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog voerden de Westerse landen niet alleen geen oorlog met elkaar, maar er was zelfs niet het vooruitzicht op oorlog. In landen met een goed opgeleide en welvarende middenklasse ziet men in dat concurrentie ook een win-winsituatie kan opleveren. Bovendien levert een toestand van vrede die middenklasse voordeel op, bij oorlog heeft iedereen veel te verliezen.
6. Rule of law
Alle mensen dienen volgens de wet gelijk behandeld te worden en alle burgers moeten zich aan dezelfde wetten. Gelijkberechtiging beschermt de individuele burger tegen willekeurig machtsgebruik door de overheid of door andere groepen en individuen. Het nastreven van gerechtigheid is een van de nobelste ethische doelstellingen die een samenleving kan hebben.
7. Toegankelijkheid van het onderwijs
Alle grote beschavingen waren zich bewust van het belang van onderwijs. Kenmerkend voor de moderniteit is echter dat ieder lid van de samenleving van onderwijs kan profiteren. Dit bevordert de sociale mobiliteit, de mondigheid van de bevolking en het verheffende besef dat men zich niet moet neerleggen bij de situatie maar zijn lot tot op zekere hoogte zelf in handen heeft.
Elk van die pijlers versterkt het effect van de andere zes op de samenleving. Door deze pijlers toepassen hebben de Aziatische samenlevingen een spectaculaire evolutie en groei doorgemaakt.
Bron: MAHBUBANI, K., De eeuw van Azië. p. 67-116
0 reacties:
Een reactie posten