Verlatingsangst
Volgens Freud is de cruciale factor in de menselijke ontwikkeling de zeer langdurige periode waarin de kinderen van de menselijke soort zich in een toestand van hulpeloosheid en afhankelijkheid bevinden. De mens is veel hulpelozer dan enig vergelijkbaar wezen.
De lange periode waarin de zuigeling totaal van anderen afhankelijk is voor zijn overleving is de smeltkroes waarin zelfbeeld en zelfvertrouwen ontstaan en vernietigd worden. Voor het kind is verlating door de ouders, van wie het totaal afhankelijk is, iets wat neerkomt op een doodvonnis. De verlatingsangst is het equivalent van Freuds castratieangst. Boosheid op de ouders brengt het verlies van hun beschermende liefde en brengt ook gevaren mee voor de overleving die, zo weet het afhankelijke kind, het niet zelfstandig kan bolwerken. Liefde en gevlij zijn, meer dan macht, middelen om te overleven tijdens de infantiele afhankelijkheid. Het gezin, de enige gemeenschap waarvan het kleine kind zich bewust kan zijn, is alles.
0 reacties:
Een reactie posten