Plasticiteit van de hersenen
Onze hersenen hebben een enorm vermogen tot verandering en aanpassing.
Vormen van plasticiteit:
De hersenen worden voor een groot deel gevormd door spontane, intern gegenereerde, processen die optreden zonder invloed van buitenaf.
Deze ontwikkeling gaat als het ware vanzelf volgens een genetisch programma, zonder dat daar extra prikkels vanuit de buitenwereld voor nodig zijn.
Zo ontwikkelen de verschillende delen van de hersenen zich in een bepaalde volgorde en volgens een vaste structuur.
De hersenen ontwikkelen zich ook door een combinatie van genen en informatie uit de buitenwereld op een normale, bij de ontwikkeling horende manier. Deze ontwikkeling kan zich uitsluitend voltrekken als er een bepaalde stimulatie van buitenaf aan het genetisch programma wordt toegevoegd.
Voor de meeste functies is die stimulatie alleen optimaal als ze gebeurt tijdens die specifieke tijdsperiode in het leven, waarin het betreffende hersengebied zich vormt. Die periodes noemt men kritieke of gevoelige periodes. Zo zijn de eerste 6 levensjaren bij mensen een gevoelige periode voor de verwerving van taal. Na deze periode verloopt het aanleren van taal veel minder vlot en spontaan.
Andersom heeft het geen zin om van een kind iets te verwachten waarvoor het nog geen hersengebieden heeft gevormd. Zo komen plannen en rekening houden met de gevolgen van eigen handelen pas later in de puberteit tot ontwikkeling omdat de prefrontale cortex zich nog volop organiseert.
Door de ervaringsonafhankelijke en ervaringsverwachte plasticiteit zien onze hersenen er grofweg allemaal dezelfde uit en functioneren ze ook min of meer op dezelfde manier. Hun basisstructuur en –werking is gelijk.
Uw en mijn hersenen verschillen ook van elkaar. Die verschillen hebben in de eerste plaats te maken met onze verschillende aanleg. Ze zijn minstens evenzeer te wijten aan de verschillende ervaringen waaraan iemand wordt blootgesteld. Het leven dat je leidt en de dingen die op je pad komen leveren verschillende soorten informatie voor de hersenen. Zo zien de hersenen van mensen die viool spelen er anders uit dan die van informatici en die weer anders dan die van sporters. Mensen die hun leven in het oerwoud doorbrengen hebben meer moeite met het onderscheiden van rechthoekige voorwerpen dan mensen die leven in een verstedelijkte omgeving.
Ervaringsafhankelijke plasticiteit biedt ons de mogelijkheid onze hersenen te vormen en te trainen door het opzoeken van dit soort informatie die onze hersenen in de gewenste richting vormt.
Als een bepaald gebied in de hersenen beschadigd geraakt en zijn oorspronkelijke functie niet meer kan vervullen, dan kan een ander gebied in de hersenen deze functie overnemen. Dat gaat echter meestal ten koste van de functie die het gebied eerder vervulde.
Twee soorten:
Een hersenfunctie die eerst door een gebied in de ene kant van de hersenen verzorgd werd wordt overgenomen door een gebied in de andere kant van de hersenen.
Bijvoorbeeld: kinderen bij wie het gebied voor taal in de linker hersenhelft wordt weggenomen kunnen toch nog overweg met taal dank zij de overname van deze functie door motorische gebieden in de rechterhersenhelft.
Een hersengebied dat eerst bepaalde informatie verwerkte verwerkt nu andere informatie. Zo blijkt de visuele cortex bij blinden tastinformatie te verwerken in plaats van visuele informatie, of de auditieve cortex handmotoriek in plaats van auditieve informatie bij doofgeboren mensen.
Naar: SITSKOORN, M., De maakbaarheid van het brein, p. 65-73.