Ecoloog avant-la-lettre
"Ik dacht aan de lang vervlogen tijden waarin de opeenvolgende generaties van dit schepseltje hun leventjes hadden geleid – jaar na jaar werden ze geboren, leefden en stierven ze te midden van deze donkere, dreigende wouden, zonder een intelligente waarnemer om hun schoonheid te appreciëren. Het leek in alle opzichten een exuberante verspilling van schoonheid. Van zulke gedachten wordt een mens melancholiek. Het lijkt zo verdrietig dat dergelijke verfijnde schepseltjes hun leven moeten slijten en hun bekoring uitsluitend kunnen tonen in deze woeste, onherbergzame streken, nog eeuwenlang gedoemd tot hopeloze barbarij, terwijl we anderzijds, als de beschaafde mens ooit deze verre streken zou bereiken en zedelijke, intellectuele en fysieke verlichting zou brengen in de uithoeken van de ongerepte bossen, met zekerheid kunnen voorspellen dat hij het fraaie evenwicht tussen de organische en anorganische natuur dermate zou verstoren dat het de verdwijnen en tenslotte het uitsterven tot gevolg zou hebben van uitgerekend díe wezens waarvan híj alleen de prachtige vorm en schoonheid kan waarderen en genieten. Uit deze beschouwing blijkt heel duidelijk dat al wat leeft niet voor de mens is gemaakt."
Alfred Russell Wallace, Het Maleise eilandenrijk, p. 469-470.
0 reacties:
Een reactie posten