Vroeger, nu of later?
Een vijfde dimensie van cultuur heeft betrekking op de vraag wat er belangrijker is: de toekomst, het heden of het verleden. In langetermijngerichte culturen streven mensen naar op beloningen in de de toekomst, in kortetermijngerichte culturen wordt hun doen en laten vooral bepaald door actuele bekommernissen en traditie.
In langetermijnculturen hecht men waarde aan volharding en spaarzaamheid en geduld. Kinderen wordt al vroeg geleerd te ‘wachten’, de bevrediging van behoeften uit te stellen. Gretigheid wordt afgekeurd, matigheid en soberheid zijn belangrijk vooral in het licht van toekomstige uitkomsten. Een pragmatische instelling is belangrijk, alsook flexibiliteit en aanpassingsvermogen. Deze waarden vormen de kern van de meeste Oosterse religies en filosofieën. Men streeft er naar Deugd.
De waarden van langetermijnculturen bevorderen ondernemerschap. Volharding is voor een beginnende ondernemer immers een noodzakelijke eigenschap. Spaarzaamheid leidt tot de vorming van een kapitaal dat gebruikt kan worden voor nieuwe investeringen.
Langetermijngerichte culturen investeren meer in onderwijs en opleiding. Omdat men er minder op hier-en-nu straffen is gericht maar op heropvoeding, is de gevangenisbevolking er beduidend kleiner.
In kortetermijnculturen laat men zich eerder leiden door traditie en principes. Korte maar soms hevige inspanningen worden geleverd in functie van snelle resultaten. Indien die tegenvallen probeert men met zo weinig mogelijk moeite nieuwe en/of betere uitkomsten te bekomen. In kortetermijnculturen spiegelt men zich gemakkelijker aan anderen (de buren). Er is sociale druk om geld uit te geven voor sociale verplichtingen en in functie van het oordeel van anderen en voor standsuitgaven. Men hecht meer belang aan vrije tijd, succes en genieten, en het volgen van trends.
Religieus, politiek en economisch fundamentalisme (de Waarheid en de Markt) zijn bij uitstek kenmerken van kortetermijngerichtheid en agressieve vijanden van langetermijndenken. Zij baseren zich op het verleden, en om aan hun aandeel in de verantwoordelijkheid van de toekomst te ontsnappen, plaatsen zij die in de handen van God of van de Markt. Op veel plaatsen in de wereld vormt bijvoorbeeld overbevolking een directe dreiging voor vrede, gezondheid en rechtvaardigheid. Bruikbare methoden voor geboortebeperking bestaan, maar religieuze en economische fundamentalisten proberen in een merkwaardige consensus te verhinderen dat zij wereldwijd beschikbaar komen.
De toekomst is bovendien per definitie een langetermijnprobleem. De wijze waarop landen met deze uitdaging omgaan is een graadmeter voor hun lange- versus kortetermijngerichtheid. Verantwoordelijk denken over de lange termijn kan niet om de conclusie heen dat in een eindige wereld iedere groei zijn grenzen heeft. De wereldbevolking kan niet eeuwig toenemen, er zijn grenzen aan de belasting van het milieu en ook de economie van een land kan niet eindeloos groeien.
Nagenoeg alle ver-aziatische landen scoren hoog op langetermijngerichtheid. De Europese landen bevinden zich rond het gemiddelde. Angelsaksische landen (de VS op kop) scoren dichter bij de kortetermijnpool (geld moet rollen), net als Afrikaanse landen en de Filippijnen en Pakistan.
Kortetermijngerichtheid lijkt typisch voor veel Afrikaanse landen. Deze landen slagen er maar niet in om zich uit de armoede op te werken. Bijna alle Afrikaanse landen werden afhankelijk van buitenlandse hulp en van leningen door het IMF. Volgens Joseph Stiglitz, voormalig chef-econoom van de Wereldbank en winnaar van de Nobelprijs voor economie in 2001, zijn de economische problemen in Afrika versterkt door de voorwaarden die het IMF in zijn leningen verbond. Nog meer dan de Wereldbank is het IMF een centrum geworden van kortetermijngericht marktfundamentalisme. Dit leidde tot een nadruk op budgetdiscipline ten koste van onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur, en tot gedwongen liberalisatie van importen, terwijl tegelijk de westerse markten gesloten bleven voor Afrikaanse exporten, wat de ondergang :betekende voor veel beginnende ondernemingen. Eigenlijk waren de adviseurs van het IMF net zo sterk gevangen in kortetermijndenken als hun Afrikaanse cliënten.
Terug naar Dimensies van cultuur
0 reacties:
Een reactie posten