dinsdag 23 september 2008

Valkuilen in je leven

Gelukkig zijn en een kwaliteitsvol leven leiden, wie wenst het niet? Voor veel mensen is dat echter niet evident. Ze zijn ongelukkig in hun intieme relaties of presteren in hun werk onder hun niveau. Voor een aantal mensen blijft het probleem beperkt tot bepaalde levensgebieden, anderen lijden echter onder langdurige verstoringen in hun leven. Ze hanteren duurzame gedragspatronen waarmee ze zichzelf benadelen en die hen verschrikkelijk ongelukkig maken.

Veel mensen lijken in verschillende levenssituaties telkens opnieuw dezelfde fouten te maken, en niet te leren van hun ervaring. Ze trappen steeds in dezelfde valkuil.

Over die valkuilen en hoe je ze kan onderkennen en aanpakken gaat Leven in je leven.

  1. Wat is een valkuil?
  2. Vanwaar komen valkuilen?
  3. Hoe ontwikkelen valkuilen zich?
  4. Hoe gaan wij om met valkuilen?
  5. Hoe valkuilen veranderen?

1. Wat is een valkuil?

Ondanks maatschappelijk succes en waardering voel je je toch steeds ongelukkig, niet tevreden of miskend. Of ondanks de beste bedoelingen krijg je steeds dezelfde problemen in de relatie met partner(s) en/of je gezin. Het is ook mogelijk dat je bepaalde situaties steeds vermijdt omdat je er enge gevoelens van krijgt of steeds weer nieuwe kansen verknoeit. Je hebt het gevoel dat je niet vooruit komt, dat je telkens weer in dezelfde valkuil trapt. Je ziet het wel, maar voelt je er machteloos tegenover.

Valkuilen zijn immers diepgewortelde overtuigingen over onszelf en de wereld, die we ons vroeg in ons bestaan eigen maken. Ze organiseren onze ervaringen en bepalen hoe we denken, voelen en handelen en hoe we met anderen omgaan. Maar omdat ze ons belemmeren om ons leven uit te bouwen zoals we graag zouden willen, roepen ze sterke gevoelens van woede, verdriet en angst op.

We blijven er echter in zitten omdat deze vroege overtuigingen een gevoel van voorspelbaarheid en zekerheid geven. We kennen ze, ze zijn comfortabel en vertrouwd. Ze geven ons een veilig gevoel. Valkuilen maken deel uit van ons zelfgevoel. Daarom houden we er zo aan vast, zelfs als ze ons kapotmaken.

Maar ze zijn niet betrouwbaar, want sporen niet met de werkelijkheid. Je bent er bijvoorbeeld van overtuigd dat je beste vriendin je verraden heeft, terwijl je er later achter komt dat je haar gedrag helemaal verkeerd interpreteerde. Maar toen stond je niet open voor een andere kijk. Soms raak je daardoor mensen kwijt die een positieve rol speelden in je leven, of kan je niet loskomen van anderen die je leven bezwaren of verpesten.

Om meer plezier te hebben in je leven of bepaalde onderdelen ervan, zou je in staat moeten zijn die fnuikende overtuigingen aan de kant te zetten. Maar dan moet je wel de zekerheden opgeven die horen bij het gevoel over wie en wat je bent. En dat is moeilijk.

De allereerste stap daarbij is inzicht krijgen in de eigen valkuilen en hoe ze het je moeilijk maken om het leven te leiden dat je graag zou willen. Maar eerst nog even ingaan op valkuilen in het algemeen.

Bron: YOUNG, J.E. & J.S. KLOSKO, Leven in je leven. Leer de valkuilen in je leven herkennen.

2. Waar komen valkuilen vandaan?

Een valkuil vindt zijn oorsprong in de kindertijd en ontwikkelt zich verder naarmate we ouder worden. Het begint ermee dat ons iets wordt aangedaan door mensen uit onze familie of door anderen. We worden in de steek gelaten, bekritiseerd, te veel beperkt, misbruikt, buitengesloten of verwaarloosd. Er gaat iets kapot. De wijze waarop we in die situatie proberen te overleven wordt iets van onszelf. Je verwacht immers dat iedereen is zoals bij je thuis.

Die overlevingsstrategie is een overtuiging geworden, een schema. Lang nadat we uit huis zijn gegaan, gaan we door met het creëren van situaties waarin we worden mishandeld, genegeerd, gecontroleerd of vernederd en waarin we niet in staat zijn onze levensdoelen te bereiken.

Bijna iedereen herhaalt de negatieve ervaringen uit de kindertijd op een zelfdestructieve manier. In onze kindertijd was het de meest adequate manier van overleven. Het probleem is echter dat we onze valkuilen blijven herhalen nu ze niet meer nodig zijn.

Het resultaat is dat we als volwassene juist de meest fnuikende beperkingen uit onze kindertijd nieuw leven inblazen. Als we in ons latere leven in een valkuil zitten voeren we in feite het drama van onze kindertijd opnieuw op.

Bron: YOUNG, J.E. & J.S. KLOSKO, Leven in je leven. Leer de valkuilen in je leven herkennen.

3. Hoe ontwikkelen valkuilen zich?

We zagen al dat een valkuil berust op negatieve ervaringen in de kindertijd. In die situatie probeert een kind te overleven. De strategie die het kiest hangt af van twee factoren: aangeboren eigenschappen en omgeving.

In een gelijke omgeving reageert ieder kind anders, omdat het een eigen temperament heeft. Temperament is aangeboren. Het is onze emotionele make-up, onze software. Sommige kinderen zijn geneigd zich te voegen, anderen sluiten zich af of verzetten zich juist.

Alle kinderen hebben ook dezelfde basisbehoeften. Problemen ontstaan als de omgeving niet of onvoldoende aan deze basisbehoeften voldoet. De omgeving moet 'goed genoeg' zijn, zodat een kind niet zijn toevlucht moeten nemen tot overlevingsstrategieën. Bij een valkuil kwam het kind tekort.

Als een kind opgroeit in een omgeving die goed genoeg aan zijn basisbehoeften tegemoet kwam, verwerft het positieve basisovertuigingen (= gedachten en gevoelens). Daarmee is het in staat om als volwassene bevredigende relaties met anderen te hebben en zich goed te voelen. Wanneer een kind in bepaalde behoeften tekort is gekomen, ontwikkelt het negatieve basisovertuigingen. De wijze waarop het later als volwassene zijn leven inricht is dan daarop gebaseerd.

Er zijn 11 verschillende valkuilen te onderscheiden, afhankelijk van de behoefte waarin het kind veel is tekort gekomen.

Kinderen hebben nood aan:

  1. Basisveiligheid Dit is een basale behoefte. Mensen die als kind werden verlaten of misbruikt zijn het meest beschadigd. Zij ontwikkelen de valkuil van verlatingsangst en/of wantrouwen en (angst voor) misbruik.
  2. Verbondenheid. Wie niet het vanzelfsprekende gevoel van verbondenheid ervaarde ontwikkelt de valkuil van emotionele verwaarlozing en/of sociaal isolement. Eenzaamheid is het centrale thema voor wie problemen heeft met verbondenheid.
  3. Autonomie. De valkuilen afhankelijkheid en kwetsbaarheid worden gehanteerd door mensen die als kind beknot werden in hun zelfstandigheid en/of overbeschermd. Hulpeloosheid is het kernthema.
  4. Zelfwaardering. De reactie op afkeuring en voortdurende kritiek is minderwaardigheid en mislukken. Schaamte is het gevoel dat hier overheerst. Als je de valkuil van de minderwaardigheid of die van het mislukken hebt dan schaam je je voor jezelf.
  5. Zelfexpressie. Extreme aanpassing en extreem hoge eisen zijn de valkuilen van wie zich niet mocht uiten en onvoldoende zichzelf en spontaan mocht zijn.
  6. Realistische grenzen. Wie te weinig grenzen werd gesteld (verwenning) ontwikkelt de valkuil van de veeleisendheid.


Bron: YOUNG, J.E. & J.S. KLOSKO, Leven in je leven. Leer de valkuilen in je leven herkennen.

4. Hoe gaan wij om met valkuilen?

Er zijn drie stijlen om met een valkuil om te gaan: overgave, vermijden en bestrijden.

1. De essentie van overgave bestaat eruit dat je je leven zo inricht dat je blijft vastzitten in de patronen van je kindertijd. Je zoekt dezelfde ongezonde omstandigheden uit je kindertijd weer op. Als overgave je stijl is, dan vervorm je alles wat er gebeurt zodanig dat het past bij je valkuil. Je houdt onvoorwaardelijk vast aan je valkuil, ook al klopt er niets van. Je hebt er dan ook veel last van.
Overgave omvat alle destructieve patronen die we blijven herhalen. Overgave maakt dat we die kindertijd vasthouden, levenslang. Daarom denken we ook dat het niet te veranderen is. Dit is het enige dat we kennen, we kunnen er niet aan ontsnappen. Het is een self-fulfilling prophecy.

2. Veel mensen vermijden hele levensgebieden waarin ze zich kwetsbaar voelen. Ze zijn zich niet bewust van hun valkuil. Ze richten hun leven in zodat ze er geen last van hebben.
Met vermijden offeren we ons gevoelsleven op. We voelen niets, geen pijn maar ook geen plezier. We gaan we het uit de weg om aan onze valkuil te denken. We duwen hem weg en we voelen hem ook niet meer.

3. Als bestrijden onze strategie is, dan proberen we onszelf en anderen ervan te overtuigen dat juist het omgekeerde het geval is (bv. superioriteitsgevoel).
Bestrijden biedt de mogelijkheid om te ontsnappen aan kritiek of vernedering. Mensen die bestrijden kunnen geen tegenslag verdragen. Zij nemen geen verantwoordelijkheid voor hun fouten en erkennen geen beperkingen. Bij echte tegenslag storten ze echter in en worden pas dan echt depressief.


Bron: YOUNG, J.E. & J.S. KLOSKO, Leven in je leven. Leer de valkuilen in je leven herkennen.

5. Hoe kunnen valkuilen veranderen?

Valkuilen zijn levenslange patronen. Ze zijn diep ingesleten en moeilijk te veranderen. Een valkuil gaat niet zomaar weg, je moet hem steeds weg duwen, stukje bij beetje moet hij zijn greep verliezen. Of je bent voor altijd gevangen in je valkuil, of je bevrijdt jezelf er eindelijk uit.

Een valkuil veranderen betekent een voortdurende confrontatie met jezelf. Als valkuilen zijn opgespoord, moeten ze steeds weer aangepakt worden, net zolang tot ze hun greep op je verliezen. Het betekent bereid zijn om pijn te verdragen, discipline hebben, dagelijks je gedrag observeren en oefenen.

Voor het veranderen van valkuilen zijn een aantal algemene stappen belangrijk. Daarnaast moeten ook de obstakels die verandering tegenhouden onderkend en overwonnen worden.

a. Algemene stappen in het veranderingsproces van valkuilen
Niet alle stappen moeten per se genomen worden, en ze kunnen ook verschillen naargelang de valkuil waarover het gaat. Maar de eerste zijn in ieder geval belangrijk.

Stap 1 Benoem je valkuilen.
Stap 2 Begrijp de oorsprong van je valkuil; voel het gekwetste kind binnen in je.
Stap 3 Daag je valkuil uit; toon de onjuistheid ervan aan.
Stap 4 Schrijf brieven naar de ouder, broer, zus of vriend die bijdroeg aan het ontstaan van je valkuil.
Stap 5 Bestudeer het patroon van je valkuil in detail.
Stap 6 Doorbreek het patroon.
Stap 7 Hou vol.
Stap 8 Vergeef je ouders.

b. Obstakels die verandering in de weg staan

  • Je verweert je tegen je valkuil in plaats van ze te herkennen en er verantwoordelijkheid voor te nemen.
  • Je omzeilt je valkuil.
  • Je hebt geen afstand genomen van je valkuil, je vindt nog steeds dat hij klopt.
  • Je bent met een te moeilijke valkuil begonnen of je hebt een te grote stap willen nemen.
  • Je realiseert je dat je valkuil rationeel gezien niet klopt, maar gevoelsmatig is dat wel het geval.
  • Er ontbreekt een belangrijke schakel in je plan.
  • Je probleem is te diep geworteld of te verankerd om op eigen houtje te veranderen.


Bron: YOUNG, J.E. & J.S. KLOSKO, Leven in je leven. Leer de valkuilen in je leven herkennen.

'Ik kan je echt niet vertrouwen'

De valkuil van het wantrouwen en misbruik

Als de valkuil van het wantrouwen en misbruik op je van toepassing is, dan is je levensvisie gebaseerd op het idee dat mensen niet te vertrouwen zijn.

Je hebt pijnlijke ervaringen met relaties. Relaties kosten je veel. Het is voor jou niet de plek waar je kunt bijkomen en waar je je kwetsbaar kunt opstellen. Integendeel, relaties zijn gevaarlijk en onvoorspelbaar. Mensen doen je pijn, ze verraden en gebruiken je. Je moet op je hoede blijven. Je kunt mensen niet vertrouwen, zelfs niet je naasten. Eigenlijk zijn zij nog het gevaarlijkst.

Als iemand aardig voor je is, zoek je naar de achterliggende reden. Je gaat ervan uit dat mensen tegen je liegen en dat ze erop uit zijn om je te misbruiken.

Wantrouwen en misbruik brengt overdreven waakzaamheid met zich mee. Je bent voortdurend op je hoede. Ieder moment kan er gevaar dreigen: je moet erop bedacht zijn dat iemand zich tegen je keert. Je laat niemand dichterbij komen, want je bent bang dat je gekwetst zal worden of gemanipuleerd. Je wacht af en let goed op.

Het is mogelijk dat je zelf zeer agressief bent of was tegen anderen, hen misbruikt of mishandelt, of het in het verleden hebt gedaan. Je hebt bijvoorbeeld zelf broertjes of zusjes geslagen, je eigen partner of kinderen.

Herinnering aan misbruik en manipulatie in je kindertijd speelt een belangrijke rol. Het kan zijn dat je je alles herinnert en dat de herinneringen je niet loslaten. Het is ook mogelijk dat je geen herinneringen hebt aan het misbruik. Het kan ook dat je geen echte herinneringen hebt, maar dat het misbruik op een andere manier naar boven komt, in dromen of nachtmerries, in gewelddadige fantasieën, beelden die zich opdringen, of wanneer je plotseling uit je doen bent door iets dat je aan misbruik doet denken. Je kan ook herbelevingen hebben, herinneringen die zo levendig zijn dat het net is alsof je opnieuw wordt misbruikt.

Angst en depressie komen het meest voor. Je voelt je vaak wanhopig over je leven. Je hebt een negatief zelfbeeld en je voelt je een slecht mens.


Bronnen van de valkuil van het wantrouwen en misbruik

In deze valkuil kom je terecht doordat je in je jeugd werd misbruikt, gemanipuleerd of verraden. Alle vormen van misbruik zijn grensoverschrijdend. Je fysieke, seksuele en psychologische grenzen werden niet gerespecteerd. Een gezinslid dat jou juist had moeten beschermen heeft je willens en wetens gepakt. En je was weerloos, je was een kind. Het is moeilijk voor te stellen hoe chaotisch en gevaarlijk de wereld er uitziet voor een kind, als iemand van wie het houdt hem kwaad doet.

Er bestaan vele soorten misbruik. Maar bij de meeste vormen van misbruik hoort het gevoel dat je niet beschermd was.

  • Je bent als kind erg mishandeld door een gezinslid.
  • Je bent als kind seksueel misbruikt door een gezinslid of je werd regelmatig betast.
  • Een gezinslid heeft je herhaaldelijk vernederd, gepest of gekleineerd.
  • Je kon je gezinsleden niet vertrouwen. Ze schonden je vertrouwen, maakten misbruik van je, ze deden beloftes die ze niet van plan waren na te komen of ze logen opzettelijk.
  • Ze hadden er plezier in je te zien lijden.
  • Je werd gedwongen dingen te doen onder dreiging van strenge straffen of represailles.
  • Een van je ouders waarschuwde steeds dat mensen buiten jullie gezin niet te vertrouwen waren.
  • Je gezinsleden waren tegen je.
  • Een van je ouders benaderde je op een niet passende manier. Je voelde je er ongemakkelijk bij.
  • Je werd zo erg uitgescholden dat het echt kwetsend was.

Waarschuwingssignalen in relaties

Omdat misbruik je vertrouwd is, dreigt het gevaar dat je je net aangetrokken voelt tot partners die misbruiken of je vertrouwen zullen beschamen. Signalen: Hij/zij
  • is opvliegend en dat maakt je bang.
  • laat zich volledig gaan als hij/zij teveel drinkt.
  • kleineert je ten overstaan van vrienden of familie.
  • vernedert je, bekritiseert je en tast je gevoel van eigenwaarde aan.
  • houdt geen rekening met je behoeften.
  • doet alles, liegen of manipuleren, om zijn of haar zin te krijgen.
  • krijgt alles voor elkaar, is een duivelskunstenaar in zaken.
  • is sadistisch of wreed en lijkt er plezier in te hebben als anderen in het nauw zitten.
  • slaat of dreigt je daarmee als je niet doet wat hij/zij wil.
  • dwingt je tot seks ook als je geen zin hebt.
  • maakt misbruik van je zwakheden.
  • bedriegt je (heeft achter je rug om andere partners).
  • is erg onbetrouwbaar en maakt misbruik van je goedgeefsheid.
Zelfs als je wél een goede relatie hebt, maak je er soms zelf een relatie van waarin je wordt misbruikt. Je kan zijn/haar woorden verdraaien zodat onschuldige opmerkingen de lading krijgen van beledigingen. Je kunt hem/haar ervan beschuldigen dat hij/zij je probeert te kwetsen ook al is dat niet zo.
In langdurige intieme relaties kunnen je valkuilen zijn:
  • Je denkt vaak zonder concrete aanleiding dat mensen misbruik van je maken.
  • Je laat je slecht behandelen omdat je bang bent of omdat je het gevoel hebt dat je het verdient.
  • Je gaat snel in de aanval omdat je verwacht dat mensen je pijn zullen doen of je zullen kleineren.
  • Je kunt niet van seks genieten, je voelt het als een plicht, je kunt er geen genoegen aan beleven.
  • Je geeft jezelf niet graag bloot, omdat je bang bent dat het tegen je wordt gebruikt.
  • Je laat niet graag je kwetsbaarheid zien, omdat je vreest dat er misbruik van wordt gemaakt.
  • In gezelschap voel je je niet op je gemak omdat je bang bent dat ze je zullen vernederen.
  • Je geeft anderen snel hun zin omdat je bang voor ze bent.
  • Je hebt het gevoel dat anderen ervan genieten om je te zien lijden.
  • Je hebt een sadistische of wrede kant, ook al doe je je best die niet te tonen.
  • Je laat mensen je misbruiken, omdat dat beter is dan alleen zijn.
  • Je hebt het gevoel dat mannen/vrouwen niet te vertrouwen zijn.
  • Je kunt je bepaalde periodes uit je leven niet herinneren.
  • Als je bang bent voor iemand, dan haak je af, alsof een deel van je er niet is.
  • Je hebt vaak het gevoel dat mensen een verborgen agenda hebben of slechte bedoelingen, zonder enig bewijs.
  • Je hebt vaak sadomasochistische fantasieën.
  • Je vermijdt het om dichtbij mannen/vrouwen te komen omdat je ze niet vertrouwt.
  • Je bent bang in de aanwezigheid van mannen/vrouwen en je begrijpt niet waarom.
  • Je misbruikt anderen soms of je bent wreed, vooral ten opzichte van diegenen die je meest dierbaar zijn.
  • Je voelt je vaak hulpeloos in relatie tot anderen.

Veranderen van de valkuil van wantrouwen en misbruik

De weg die je moet gaan om wantrouwen en misbruik achter je te laten is lang en moeilijk.
  1. Raadpleeg bij deze valkuil zo mogelijk een therapeut, zeker als het gaat om seksueel misbruik of fysieke mishandeling.
  2. Zoek iemand die je vertrouwt (dit kan je therapeut zijn). Maak gebruik van beelden. Probeer je voor te stellen wat er gebeurde tijdens het misbruik. Maak het weer helemaal door.
  3. Als je de beelden naar boven haalt, geef dan lucht aan je woede op diegene(n) die je dit heeft (hebben) aangedaan. Stop het machteloze gevoel in het beeld.
  4. Houd ermee op jezelf te beschuldigen. Je hebt het niet verdiend. Hou op de dader te verontschuldigen.
  5. Overweeg om het contact met de dader te verminderen of te stoppen gedurende de tijd dat je bezig bent je valkuil te veranderen.
  6. Confronteer de dader, zo mogelijk direct of met een brief.
  7. Laat het misbruik in je huidige relaties niet langer toe.
  8. Probeer de mensen die dat verdienen wat meer te vertrouwen en laat ze dichterbij komen.
  9. Probeer een partner te vinden die je respecteert en die je geen pijn wil doen.
  10. Misbruik je naasten niet.

Bron: YOUNG, J.E. & J.S. KLOSKO, Leven in je leven. Leer de valkuilen in je leven herkennen.

'Laat me niet alleen'

De valkuil van de verlatingsangst

De meeste mensen raken niet direct van streek als hun geliefden voor een poosje weg zijn. Ze weten dat de relatie de scheiding kan doorstaan. Maar met de valkuil van de verlatingsangst, heb je die zekerheid niet.
Je bent er echt van overtuigd dat je iedereen die je dierbaar is zal verliezen en dat je voor altijd emotioneel in de kou zal komen te staan. Je verwacht dat ze je zullen laten zitten, en dat het voor altijd zal zijn. Je gelooft dat je iemand nooit meer terug zal krijgen. In je hart denk en voel je dat het je lot is om helemaal alleen door het leven te gaan.

Je voelt je snel emotioneel alleen gelaten. Misschien is je partner of je vriend even met zijn gedachten ergens anders, of doet hij wat afstandelijk, verveeld of heeft hij aandacht voor een ander. Misschien heeft hij het over een plan, waardoor jullie een poosje niet samen zullen zijn. Alles waarbij je het gevoel krijgt losgelaten te worden kan je in je valkuil laten belanden, ook al heeft het niets te maken met echt verlaten worden.
Zodra je valkuil in gang wordt gezet ontstaat er een kettingreactie van negatieve gevoelens: angst, verdriet en woede. Dat is de vicieuze cirkel van de verlatingsangst.

Er zijn twee typen verlatingsangst. Ze zijn geworteld in twee verschillende opvoedingsmilieus.

1. Verlatingsangst die is gebaseerd op afhankelijkheid
Dit type komt voort uit de te veilige, te beschermende omgeving waarin het kind is opgevoed. Meestal geeft dat een combinatie van verlatingsangst en afhankelijkheid.

2. Verlatingsangst die is gebaseerd op instabiliteit of verlies
Het tweede type verlatingsangst komt uit het emotioneel onstabiele opvoedingsmilieu voort. Geen van beide ouders is steeds voor het kind beschikbaar.


Bronnen van verlatingsangst

Verlatingsangst vindt haar oorsprong in onze vroegste kindertijd.

  • Het kan zijn dat je aanleg hebt voor verlatingsangst, dat je niet goed alleen kan zijn.
  • Een van je ouders stierf of ging weg toen je nog klein was.
  • Je moeder moest naar het ziekenhuis of moest een tijd bij je weg toen je nog een kind was.
  • Je werd door een kinderjuffrouw opgevoed of in een kindertehuis door steeds wisselende stafleden. Je werd al jong naar een kostschool gestuurd.
  • Je moeder was niet stabiel. Ze was depressief, boos of dronken of ze liet je op een andere manier vaak in de steek.
  • Je ouders scheidden toen je klein was, of ze hadden zo vaak ruzie dat je bang was dat het helemaal mis zou gaan in jullie gezin.
  • Een van je ouders had opeens helemaal geen aandacht meer voor je, omdat er een broertje of zusje werd geboren of doordat hu of zij hertrouwde.
  • Je groeide op in een gesloten gezin. Ze gaven je veel te veel bescherming. Je leerde als kind niet om zelf de dagelijkse problemen op te lossen.

Verlating en intieme relaties
Een intieme relatie is als wandelen langs de rand van de afgrond. Je hebt snel het gevoel dat je iemand helemaal kwijt bent en dat je volstrekt alleen gelaten wordt. Je kunt weinig hebben in een relatie. Je bent altijd bang je partner te verliezen.


Waarschuwingssignalen bij mogelijke partners
Mensen met de valkuil van de verlatingsangst voelen zich vaak aangetrokken tot partners die hen ook zullen verlaten. Het is immers een bekend en vertrouwd gevoel om geen stabiele relatie te hebben.
  • Je partner zal zich waarschijnlijk niet aan je willen binden omdat hij getrouwd is of al een andere relatie heeft.
  • Je partner heeft weinig tijd voor je (hij moet veel op reis, woont ver weg of is een workaholic).
  • Je partner is onstabiel (hij drinkt, gebruikt drugs, is depressief of is niet in staat om te werken) en is niet steeds emotioneel voor je beschikbaar.
  • Je partner is een Peter Pan, hij komt en gaat wanneer het hem goeddunkt, en wil zich niet binden of hij wil seksuele vrijheid hebben.
  • Je partner is ambivalent. Hij wil je wel en hij wil je niet. Het ene moment is hij straalverliefd en het andere moment besta je niet voor hem.

Verlatingsangst in een relatie
Ook in een goede en stabiele relatie zijn er toch manieren om in je valkuil van de verlatingsangst te trappen.
  • Je gaat relaties uit de weg. Zelfs geschikte partners mijd je uit angst om ze te verliezen of om gekwetst te worden.
  • Je bent erg bang dat je partner dood gaat of dat je hem op een andere manier kwijtraakt. Je weet je geen raad als dat zou gebeuren.
  • Je reageert overdreven op kleine dingen van je partner en interpreteert bijna alles als teken dat hij je wil verlaten.
  • Je bent erg jaloers en bezitterig.
  • Je klampt je aan je partner vast. Je bent er obsessief mee bezig om hem aan je te binden.
  • Je kunt niet zonder hem, zelfs niet voor een paar dagen.
  • Je gelooft er nooit helemaal in dat je partner bij je zal blijven.
  • Je wordt jaloers en beschuldigt je partner dat hij niet loyaal is of ontrouw.
  • Je trekt je soms terug of je gaat er vandoor om je partner te straffen, omdat hij jou alleen heeft gelaten.
Als je verlatingsangst groot is, heb je waarschijnlijk ook het gevoel dat je op je vrienden niet kunt rekenen. Je bent overgevoelig voor alles wat vriendschap kan bedreigen.


Stappen voor het veranderen van je verlatingsangst
  1. Verwerf inzicht in wat aanleiding gaf tot je verlatingsangst.
  2. Schrijf op wanneer je je verlaten voelt. Stel vast dat je overgevoelig bent voor het verlies van intieme vrienden, dat je het niet verdraagt alleen te zijn en dat je behoefte voelt om je vast te klampen.
  3. Onderzoek de patronen in vroegere relaties. Schrijf op wat er mis kan gaan als je je in de steek gelaten voelt.
  4. Ga onstabiele, afstandelijke en ambivalente partners uit de weg, ook wanneer je je sterk tot ze voelt aangetrokken.
  5. Als je een partner vindt die stabiel is, heb dan vertrouwen. Probeer te geloven dat hij echt voor je kiest en je niet in de steek laat.
  6. Klamp je niet vast, word niet jaloers en overdrijf je reacties niet als iemand met wie je een goede relatie hebt eens even weg moet.

Bron: YOUNG, J.E. & J.S. KLOSKO, Leven in je leven. Leer de valkuilen in je leven herkennen.

'Ik krijg nooit wat ik nodig heb'

De valkuil van de emotionele verwaarlozing

Emotionele verwaarlozing ervaar je vooral als gevoel. Het gevoel dat je altijd alleen zal blijven, dat bepaalde dingen voor jou niet weggelegd zijn. Dat ze nooit naar je zullen luisteren, dat niemand je ooit echt zal begrijpen.

Emotionele verwaarlozing voelt alsof je iets mist. Het is leegte. Het beeld van een verwaarloosd kind komt er nog het dichtst bij. Het is een eenzaam gevoel, het gevoel dat er niemand is. De droevige wetenschap dat het je lot is om voor altijd alleen te zijn.

Sommige mensen met deze valkuil hebben de neiging om hoge eisen stellen aan relaties. Het heeft iets onverzadigbaars. Wat mensen je ook bieden hebben, hoeveel je ook krijgt, het is nooit genoeg. Vraag je af of ze steeds tegen je zeggen dat je te veel wilt of dat je te veeleisend bent.

Het voortdurende gevoel van tekortkomen, terwijl het duidelijk niet klopt, kenmerkt mensen die emotioneel verwaarloosd zijn.
Het kan zijn dat je je eigen onvervulde behoeften vervult door voor derden te zorgen. Of je richt je helemaal op de behoeften van je vrienden.

Sommige mensen met de valkuil van de emotionele verwaarlozing voelen zich chronisch teleurgesteld in andere mensen. Het lijkt alsof mensen je steeds laten vallen, dat ze je niet belangrijk vinden, dat het ze niet interesseert hoe het met je gaat of om met jou contact te hebben.

Als jouw conclusie uit die ervaringen is dat je niet op mensen kunt rekenen, dan is dit jouw valkuil.


Waar komt emotionele verwaarlozing vandaan?
De bronnen van emotionele verwaarlozing zijn verbonden met de primaire verzorger van het kind, degene die ervoor moet zorgen dat het kind genoeg wordt gekoesterd. In onze cultuur is dat meestal de moeder. Die eerste relatie wordt het voorbeeld van alle volgende relaties. De meeste intieme relaties zullen voor de rest van je leven het stempel dragen van die eerste ervaring met je moeder.
Als een kind bij zijn moeder tekort komt, maar een vader heeft die dat compenseert, dan kan de vader het lichtpunt zijn in de donkere binnenwereld van het kind. De liefde van de vader kan de tekorten van het kind gedeeltelijk aanvullen.

Een kind kan op drie manieren emotioneel tekort komen:

  1. Gebrek aan koestering
  2. Gebrek aan begrip
  3. Gebrek aan veiligheid

De bronnen van emotionele verwaarlozing
  • De moeder is koud en afstandelijk, ze geeft te weinig lichamelijke koestering. Ze houdt het kind niet genoeg vast en knuffelt het niet genoeg.
  • Het kind krijgt niet het gevoel geliefd te zijn, dat het belangrijk is en speciaal.
  • Het kind krijgt niet genoeg tijd en zorg.
  • De moeder kan de behoeften van het kind niet goed aanvoelen. Ze kan zich niet goed inleven in zijn wereld. Ze heeft geen echt contact met hem.
  • De moeder troost het kind niet. Zo kan het niet leren om zichzelf te troosten of getroost te worden.
  • De ouders geven het kind geen leiding, geen houvast. Het kan van niemand op aan.

Liefdesrelaties
In onze cultuur zijn liefdesrelaties het meest intiem. Daarom gaan mensen die emotioneel verwaarloosd zijn die het meest uit de weg, of wagen zich maar kort aan dat avontuur. Dat is typisch de strategie van de ontsnapping.

Waar je op moet letten in het begin van een relatie
  • Hij/zij luistert niet naar je.
  • Hij/zij is voortdurend aan het woord.
  • Hij/zij voelt zich niet op zijn gemak als hij me aanraakt of kust.
  • Hij/zij is er vaak niet.>
  • Hij/zij is koud en afstandelijk.
  • Jij wilt meer nabijheid dan de andere.
  • Juist als je je kwetsbaar voelt geeft de andere niet thuis.
  • Hoe meer de ander zich terugtrekt hoe meer je hem/haar wil.
  • Hij/zij voelt je niet goed aan.
  • Je geeft meer dan je krijgt.
Zelfs bij een goede partner die je emotioneel wel wat te bieden heeft moet je goed letten op de valkuilen.

Waar je op moet letten in een relatie als je de valkul van de emotionele verwaarlozing hebt
  • Je vertelt je partner niet wat je nodig hebt, en vervolgens voel je je tekort gedaan als je niet krijgt wat je nodig hebt.
  • Je laat niet merken hoe je je voelt en vervolgens voel je je onbegrepen en teleurgesteld.
  • Je staat jezelf niet toe kwetsbaar te zijn, zodat je partner je geen leiding kan geven of je bescherming kan bieden.
  • Je voelt je tekort gedaan, maar je laat niets merken en je koestert je gevoel van wrok.
  • Je wordt boos en veeleisend.
  • Je verwijt je partner dat hij niet genoeg om je geeft.
  • Je stelt je afstandelijk en onbereikbaar op.
Je stelt je valkuil in werking door de relatie te ondermijnen. Je bent hypergevoelig voor alles wat aan verwaarlozing doet denken. Naar alle waarschijnlijkheid vraag je te weinig aandacht voor je behoeften. En vervolgens voel je je gekwetst, je trekt je terug of je bent boos als je niet krijgt wat je nodig hebt.

Sommige mensen met deze valkuil hebben als strategie bestrijden. Vijandigheid en veeleisendheid dienen vaak ter compensatie van het gevoel van tekort komen. Mensen die deze vallkuil bestrijden zijn narcistisch (op zichzelf richt). Ze doen alsof ze speciale rechten hebben op de vervulling van hun wensen. Ze vragen en krijgen vaak veel van hun partners.


Bron: YOUNG, J.E. & J.S. KLOSKO, Leven in je leven. Leer de valkuilen in je leven herkennen.

'Ik hoor er niet bij'

De valkuil van het sociaal isolement

Het gevoel van eenzaamheid is primair. Je voelt je buitengesloten omdat je je ongewenst of anders voelt. Dit zijn de twee typen sociaal isolement. Ze komen natuurlijk ook samen voor, je kunt ze best allebei hebben.

Het gevoel ongewenst te zijn leidt tot sociale angst. Het maakt dat iemand zich minderwaardig voelt in gezelschap. Je vergelijkt je voortdurend met anderen. De één ziet er beter uit, de ander is slimmer en interessanter. Je voelt je geremd, je wil goed reageren, vrijuit spreken, kunnen lachen en vragen stellen, maar je bent vooral bang dat je hiertoe niet staat bent. Je bent bang dat je wordt gewogen en te licht bevonden. Wat anderen van je denken is voor jou overmatig belangrijk.
Je wordt net onhandig door je angst. Je kan geen gebruik maken van je vaardigheden omdat je te nerveus bent in gezelschap, hoewel je het prima kan als je je op je gemak voelt.

Iemand die zich anders voelt dan anderen voelt zich geïsoleerd. Hij/zij komt afstandelijk over, niet zozeer angstig. Hij lijkt onbereikbaar', alsof hij in den vreemde verkeert. Hij hoort nergens thuis. Hij verwijt het niemand dat hij er buiten staat. Hij voelt zich een buitenstaander. Hij is anders, hij hoort er niet bij.

Sociaal isolement heeft vele gezichten. Het kan zijn dat je een bullebak bent en iedereen koeioneert en sart. Of je bent een buitenstaander, een verschoppeling, een eenling. Je staat aan de zijlijn, je bent niet echt lid van een club en hoort niet bij een groep.

Of je valkuil is grotendeels onzichtbaar. Hij is moeilijk te ontdekken. Je hebt wel contact, maar je voelt er niets bij, je voelt je innerlijk alleen.

Je hebt, welk type je ook bent, naar alle waarschijnlijkheid veel lichamelijke klachten. Eenzaamheid geeft vaak hart- en maagklachten, slaapproblemen, hoofdpijn en depressieve gevoelens.


Bronnen van sociaal isolement

  • Je voelde je minder dan andere kinderen door je uiterlijk (hoe je eruit zag, je lengte, stotteren, …). Je werd door andere kinderen gepest, afgewezen of gekleineerd.
  • >Bij jou thuis was het anders dan bij de buren of bij vrienden.
  • Je voelde je anders, zelfs anders dan de andere kinderen in jullie gezin.
  • Je was passief, deed wat er van je werd verwacht. Je ontwikkelde geen eigen wensen en voorkeuren. Nu heb je het gevoel niets te bieden te hebben als je met mensen praat.
Eén van de bronnen is dat je opgroeit in een gezin dat anders is dan andere. Misschien deden jullie de dingen anders of waren er andere gewoonten en gebruiken. Of er was een taalbarrière. Misschien was er iemand bij jullie thuis die psychisch niet helemaal in orde was. Misschien zijn jullie vaak verhuisd en heb je nooit ergens lang genoeg gewoond om ergens te kunnen aarden.

Het kan ook zijn dat een bepaalde eigenschap ervoor heeft gezorgd dat je apart kwam te staan.Iets heeft gemaakt dat je je minder voelde dan andere kinderen. Je werd geplaagd of vernederd en gepest. Als gevolg van het anders of ongewenst lijken, sloten andere kinderen je buiten. Misschien ben je heel goed geworden in solitaire bezigheden om je minderwaardigheidsgevoel te compenseren. Of je compenseerde door uit te blinken op school.

Bijna iedereen heeft iets van sociaal isolement. Ergens voelen we ons allemaal onzeker en zijn we bang niet geaccepteerd te worden. Het gaat erom hoe erg het was en hoe traumatisch. De meeste mensen komen er weer uit als ze gaan studeren of werken. Ze krijgen een relatie of vrienden die bij ze passen, of het maakt hen niet meer zoveel uit of ze wel tot de meest populaire club horen.

Maar voor sommigen blijft het gevoel van sociaal isolement in hun verdere leven bestaan. Dit gebeurt meestal bij mensen bij wie de valkuil vroeg in de kinderjaren ontstaan is. Dan kan iemand zich niet heugen dat het anders was. Dan was het gevoel van buitengesloten zijn er altijd, zolang iemand zich kan herinneren.


Valkuilen in je leven en je werk.
Op deze manieren kan je je sociaal isolement in stand houden:
  • Je voelt je anders of minder dan de mensen om je heen. Je overdrijft de verschillen en negeert de overeenkomsten. Je voelt je alleen, zelfs als er iemand bij je is.
  • Op je werk sta je langs de kant. Je blijft op jezelf. Je pakt geen projecten aan of je doet er niet aan mee omdat ze niet bij je passen.
  • Je bent zenuwachtig en verlegen in gezelschap. Je kunt niet gewoon jezelf zijn. Je bent altijd bang om iets verkeerd te doen of te zeggen. Je bedenkt van tevoren al wat je zal gaan zeggen. Je bent erg bang voor mensen die je niet kent. Je hebt voor je gevoel niets speciaals te bieden.
  • >Je wordt geen lid van clubs en je neemt geen deel aan sociale activiteiten. Je brengt je tijd alleen door met je gezin of met goede vrienden.
  • Je voelt je niet op je gemak als mensen je familie ontmoeten of veel over je familie weten. Je houdt dingen geheim voor anderen.
  • Je doet alsof je bent zoals anderen om niet op te vallen. Je laat mensen je onconventionele kanten niet zien. Je hebt een geheim leven of gevoelens waarvan je verwacht dat anderen die zullen afwijzen.
  • Je hebt nadrukkelijk geprobeerd de tekortkomingen van je familie te boven te komen. Je probeert status te krijgen of materieel bezit, een goede opleiding of je probeert etnische verschillen te verbloemen.
  • Je hebt bepaalde kanten van je persoonlijkheid nooit kunnen accepteren, omdat je ervan overtuigd bent dat anderen je zullen afwijzen (bijvoorbeeld dat je verlegen bent, intelligent, gevoelig, te vrouwelijk, zwak, afhankelijk).
  • Je schaamt je voor je lichaam. Je voelt jezelf minder aantrekkelijk dan anderen je vinden. Je doet er extreem veel moeite voor om aantrekkelijk te lijken, en je bent erg gevoelig voor je zwakke punten (zoals je gewicht, bouw, figuur, lengte, huid, gelaatstrekken).
  • Je gaat situaties uit de weg, waarin je dom, saai of onhandig kan overkomen (college volgen, een toespraakje houden, enz.).
  • Je vergelijkt jezelf vaak met anderen die de ware tekenen van populariteit dragen en die jij mist (ze zijn mooi, hebben geld, ze zijn sportief, succesvol en goed gekleed).
  • Je hecht een te groot belang aan het compenseren van jouw zogenaamde zwakheden op sociaal gebied. Je wil bewijzen dat je populair bent en goede sociale vaardigheden hebt. Je probeert mensen voor je te winnen. Je probeert bij de juiste club te horen, je moet succesvol zijn, of je kinderen moeten populair zijn.
Je voelt je waarschijnlijk aangetrokken tot allerlei typen mensen. Vooral de mensen die alles hebben wat jij mist, trekken je aan. Zo kun je het gevoel krijgen dat je erbij hoort via je partner.

Het kan ook zijn dat je je juist aangetrokken voelt tot andere buitenstaanders en een speciale band voelt met lotgenoten. Je kunt elkaar voeden in het anders zijn.

Maar sommige mensen met een sociaal isolement behoren niet eens tot een subcultuur. Die zijn van iedereen vervreemd.


Bron: YOUNG, J.E. & J.S. KLOSKO, Leven in je leven. Leer de valkuilen in je leven herkennen.

'Ik kan het niet alleen'

De valkuil van de afhankelijkheid

De kern van afhankelijkheid is het gevoel dat je de verantwoordelijkheden van het volwassen leven nauwelijks aankunt. Als je deze valkuil hebt, kun je het leven niet aan. Het overweldigt je. Je gelooft dat je niet in staat bent om voor jezelf te zorgen. Anderen moeten je helpen, anders overleef je het niet. Het is alsof je een kind bent in een wereld van volwassenen. Zonder iemand die voor je zorgt voel je je verloren.

Je hebt vaak geen enkel vertrouwen in je eigen oordeel. Je hebt een lage dunk van je eigen beoordelingsvermogen. Je bent besluiteloos. Als je moet kiezen vraag je steeds aan anderen wat zij vinden. In feite ga je steeds van de een naar de ander om advies. Je verandert honderd keer van mening en dat is uitputtend en verwarrend voor je. Of je vraagt advies bij één persoon, in wie je veel vertrouwen hebt en je gaat alleen daarop af. Dat is vaak een therapeut.

Afhankelijke mensen houden niet van verandering. Ze willen dat alles hetzelfde blijft. Gebrek aan vertrouwen in je eigen oordeel maakt dat je bang bent voor verandering. In nieuwe situaties heb je weinig zelfvertrouwen, omdat je op je eigen oordeel moet afgaan.
Je laat steeds anderen dingen voor je doen, je wordt heel angstig als je zelf iets moet doen of gaat moeilijke zaken uit de weg.


Afhankelijkheid en boosheid
Hoewel je bang bent voor verandering en probeert het tegen te houden, voel je je zelf vaak vast zitten, zelfs als je je zeker voelt. Dit is de negatieve kant van afhankelijkheid. Afhankelijke mensen laten zich vaak gebruiken en ze doen alles wat anderen willen om afhankelijk te kunnen blijven. Ze gaan heel ver om de ander niet kwijt te raken.
Mogelijk ben je én veeleisendheid én afhankelijk. In dit geval word je boos op mensen die je behoeften niet vervullen. Je straft hen door te schelden, geïrriteerd te doen of door openlijk boos te worden.

Afhankelijkheid en angst
Paniekaanvallen en agorafobie komen veel voor. Ook als je geen paniekaanvallen hebt, ben je erg angstig. Alle veranderingen lijken overweldigend, zelfs de positieve. Iedere nieuwe verantwoordelijkheid maakt je erg bang.

Schijnonafhankelijkheid
= verborgen afhankelijkheid. Als je schijnonafhankelijk bent erken je die gevoelens niet. Je kunt schijnbaar goed functioneren, maar dat gaat gepaard met extreme angst.


Twee bronnen van afhankelijkheid

De valkuil van afhankelijkheid kun je krijgen door ouders die overbeschermend zijn of die juist te weinig bescherming bieden.

a. Afhankelijkheid voortkomend uit overbescherming

Overbeschermende ouders houden hun kinderen afhankelijk. Ze moedigen afhankelijk gedrag aan en ze ontmoedigen onafhankelijk gedrag.

  • Je ouders beschermen je teveel en behandelen je als jonger dan je bent.
  • Je ouders nemen besluiten voor je.
  • Je ouders zorgen voor alles, zodat je niet weet hoe je dat zelf moet doen.
  • Je ouders doen je huiswerk voor je.
  • Je krijgt geen enkele verantwoordelijkheid.
  • Je bent haast nooit zonder je ouders en voelt je niet een zelfstandig persoon.
  • Je ouders hebben veel kritiek op je opvattingen en op de manier waarop je alledaagse dingen doet.
  • Als je nieuwe dingen onderneemt, bemoeien je ouders zich er overmatig mee door uitgebreide adviezen en instructies te geven.
  • Je ouders geven je zo'n veilig gevoel dat je nog nooit een gevoel van falen of afwijzing hebt meegemaakt voordat je het huis uitgaat.
  • Je ouders zijn erg bang en waarschuwen altijd voor alle mogelijke gevaren.
Over het algemeen hebben kinderen die te veel beschermd zijn geen pijnlijke herinneringen. Zij herinneren zich een erg veilige en beschutte jeugd.


b. Afhankelijkheid voortkomend uit te weinig bescherming

Bij ouders die te weinig bescherming bieden staan de kinderen er alleen voor en moeten ze op hun tenen lopen. Zulke kinderen lijken soms heel autonoom, maar hebben daaronder vaak een sterke behoefte aan afhankelijkheid. Want als er nooit een veilige basis was, als je nooit eens gewoon afhankelijk mocht zijn, dan is het moeilijk om onafhankelijk te worden. Je blijft verlangen naar die eerste afhankelijkheid.
  • >Je krijgt te weinig praktische steun en begeleiding van je ouders.
  • Je moet te grote beslissingen nemen voor je leeftijd.
  • Je moet je als volwassene gedragen terwijl je je vanbinnen nog een kind voelt.
  • Er wordt van je verwacht dat je dingen doet en weet dat die veel te hoog gegrepen zijn.

Kinderen tobben over hun beslissingen en denken dat ze het niet goed doen. En ze moeten er toch mee doorgaan.


Afhankelijkheid en intieme relaties

Je voelt je vooral aangetrokken door mensen die je afhankelijk houden.

a. Alarmsignalen in het begin van een relatie
  • Je partner is een moeder- of vaderfiguur die sterk lijkt en bescherming biedt.
  • Hij of zij vindt het prettig je te beschermen en behandelt je als een kind.
  • Je vertrouwt meer op zijn oordeel dan op dat van jezelf. Hij of zij neemt de beslissingen.
  • Je hebt het gevoel dat je jezelf kwijt raakt bij hem of haar – en dat je leven ophoudt als hij of zij er niet is.
  • Hij of zij betaalt bijna alles en houdt de financiën bij.
  • Hij of zij bekritiseert je opinies, je smaak en de manier waarop je dingen doet.
  • Als je iets nieuws gaat doen, dan vraag je zijn of haar advies, ook al heeft hij of zij er geen verstand van.
  • Hij of zij doet bijna alles voor je – je hebt bijna geen enkele verantwoordelijkheid.
  • Hij of zij lijkt bijna nooit bang, onzeker of kwetsbaar.

b. Waarop je moet letten in een relatie als je de valkuil van de afhankelijkheid hebt

Zelfs als je een partner vindt die je autonomie wil ondersteunen, moet je oppassen. Je kunt een gezonde partner best zover krijgen dat hij in jouw afhankelijkheidsvalkuil trapt. Dit zijn de manieren waarop je afhankelijkheid in je werk en je liefdesleven in stand houdt.

Valkuilen van afhankelijkheid
  • Je gaat voortdurend bij wijzere en sterkere mensen te rade.
  • Je bagatelliseert je successen en je benadrukt je tekortkomingen.
  • Je gaat nieuwe uitdagingen in je eentje uit de weg.
  • Je neemt geen eigen beslissingen.
  • Je zorgt niet voor je eigen financiën of beslissingen.
  • Je leeft via je partner of je ouders.
  • Je bent veel afhankelijker van je ouders dan de meeste mensen van jouw leeftijd.
  • Je bent niet vaak alleen en je reist niet alleen.
  • Je hebt angsten en fobieën die je uit de weg gaat.
  • Je weet niet zoveel van praktische zaken en hoe je dagelijkse dingen kan aanpakken.
  • Je hebt al lang niet op jezelf gewoond.

Tekenen van schijnonafhankelijkheid
  • Je bent niet in staat om iemand om hulp of advies te vragen. Je doet het alleen.
  • Je onderneemt veel nieuwe dingen en neemt uitdagingen aan, maar je voelt je ondertussen voortdurend onder druk staan.
  • Je hebt een erg afhankelijke partner en uiteindelijk ben jij diegene die alles doet en alle beslissingen neemt.


Bron: YOUNG, J.E. & J.S. KLOSKO, Leven in je leven. Leer de valkuilen in je leven herkennen.

'Er kan ieder moment een ramp gebeuren'

De valkuil van de kwetsbaarheid

Angst is het primaire gevoel dat bij kwetsbaarheid hoort. Er gaat een ramp gebeuren en jou ontbreken de mogelijkheden om die te overleven.
Deze valkuil is tweeledig: je overdrijft de kans op gevaar en je verkleint je eigen vermogen om je te kunnen redden.

Er zijn vier typen kwetsbaarheid:

  1. Gezondheid en ziekte
  2. Gevaar
  3. Armoede
  4. Controleverlies
1. Gezondheid en ziekte
Je piekert dwangmatig over je gezondheid. Je bent voortdurend bezig met opletten of er signalen zijn dat er lichamelijk iets niet in orde is. Ook als artsen je steeds vertellen dat er niets ernstigs is, ben je ervan overtuigd dat je ziek bent.
De meeste mensen met paniekaanvallen behoren tot dit type.
Tegelijk vermijd je bezigheden die aanleiding kunnen geven tot paniek.

2. Gevaar
Je bent erg bezig met je eigen veiligheid en die van je naasten. Voor jou dreigt op iedere hoek van de straat gevaar. Je voelt je altijd onveilig als je op straat komt. Je bent ook bang voor ongelukken, met de auto of het vliegtuig.
Deze valkuil is erg uitputtend. Je bent steeds gespannen en op je hoede. Je gelooft dat er iets verschrikkelijks zal gebeuren, als je even ontspant.

3. Armoede
Je maakt je altijd zorgen over geld. Je bent op een niet realistische manier bang dat je failliet zult gaan en als zwerver zult eindigen. Hoe sterk je er ook financieel voor staat, toch lijkt het alsof je in één klap opeens totaal geruïneerd kunt zijn. Misschien betaal je je blauw aan een invaliditeitsuitkering en andere verzekeringen.
Je hebt het geld absoluut nodig voor het geval er een ramp gebeurt. Je moet op die dingen voorbereid zijn.

4. Controleverlies
Mensen met dit type kwetsbaarheid zijn bang voor een psychologische ramp. Ze vrezen in te storten, gek te worden of de controle over zichzelf kwijt te raken. Ook paniekaanvallen horen daarbij.

Catastrofaal denken is de kern van de valkuil van de kwetsbaarheid. Je denkt meteen aan het allerergste. Je voelt je erg machteloos, als een hulpeloos en kwetsbaar kind.

Vermijden hoort bij deze valkuil. Bijna iedereen met kwetsbaarheid gaat veel situaties uit de weg.
Het is heel waarschijnlijk dat veel van de dagelijkse bezigheden onmogelijk worden omdat je probeert je kwetsbaarheid te vermijden.


Bronnen van kwetsbaarheid

Je leerde je kwetsbaar te voelen als je opgevoed werd door ouders met dezelfde valkuil. Door je ouders goed te observeren.
  • Een van je ouders had een fobie of was bang op bepaalde gebieden (zoals angst om controle te verliezen, bang om ziek te worden, bang om failliet te gaan).
  • Je ouders beschermden je teveel, vooral tegen gevaar of ziekte. Ze waarschuwden je steeds voor bepaalde gevaren. Je kreeg daardoor het gevoel dat je te kwetsbaar was of niet in staat het dagelijks leven het hoofd te bieden (dit hangt vaak samen met afhankelijkheid).
  • Je ouders beschermden je juist niet genoeg. Je voelde je lichamelijk, emotioneel of financieel niet veilig (dit gaat vaak samen met wantrouwen en misbruik).
  • Je was als kind veel ziek of je hebt werkelijk een traumatische gebeurtenis meegemaakt (bijvoorbeeld een auto-ongeluk) waardoor je je kwetsbaar bent gaan voelen.
  • Een van je ouders heeft een traumatische gebeurtenis meegemaakt.


Waarschuwingssignalen in relaties
  • Je hebt de neiging om partners te kiezen die je het liefst tegen alles willen beschermen, tegen gevaar of ziekte. Hij of zij is sterk en jij zwak en hebt bescherming nodig.
  • Je partner moet vooral niet bang zijn, lichamelijk sterk, succesvol, een dokter bijvoorbeeld of in ieder geval iemand die iets speciaals heeft om te beschermen tegen je angsten.
  • Je zoekt mensen uit die graag willen luisteren naar je angsten en je gerust stellen.

De valkuilen van kwetsbaarheid
  • Je voelt je in het dagelijks leven vaak bang door overdreven angsten. Je hebt mogelijk een angststoornis.
  • Je bent vaak bang dat je een ziekte onder de leden hebt, zodat je a) je onnodig medisch laat onderzoeken, b) je familie tot last ben vanwege de voortdurende geruststelling die je zoekt, en c) je niet van het leven kan genieten.
  • Je hebt last van paniekaanvallen omdat je steeds moet letten op mogelijke ziekten.
  • Je bent overdreven en ten onrechte bang om failliet te gaan. Dit leidt ertoe dat je veel te voorzichtig bent met geld en dat je niet van plan durft te veranderen of dat je geen enkel risico durft te nemen op financieel vlak. Je bent erop gericht te houden wat je hebt in plaats van iets nieuws te ondernemen. Je durft geen enkel risico nemen.
  • Je gaat veel te ver in je pogingen om geen slachtoffer te worden van criminaliteit. Je gaat bijvoorbeeld 's avonds de deur niet meer uit, je vermijdt grote steden of het openbaar vervoer. Je leven is daardoor erg beperkt.
  • Je gaat in het leven van alledag elk risico uit de weg, je gaat bijvoorbeeld nooit in een lift, je rijdt nooit met de metro, je gaat niet in een stad wonen waar iets zou kunnen gebeuren.
  • Je laat je door je partner beschermen. Je hebt veel geruststelling nodig. Je partner helpt je bij het vermijden van de dingen waar je bang voor bent. Je wordt erg afhankelijk van je partner. Die afhankelijkheid vind je tegelijk vaak verschrikkelijk.
  • Je chronische angst kan je kwetsbaarder maken voor sommige ziekten (bijvoorbeeld eczema, astma, darmproblemen, griep, kanker enz.).
  • Je beperkt je sociale leven omdat je door je angsten niet kunt doen wat anderen doen.
  • Je beperkt het leven van je partner en je gezinsleden die zich moeten aanpassen aan jouw angsten.
  • Je brengt de angsten waarschijnlijk over op je kinderen.
  • Je haalt waarschijnlijk allerlei ingewikkelde toeren uit om gevaar te vermijden. Je hebt dwangmatige trekken of je bent bijgelovig.
  • Je bent misschien te afhankelijk van medicijnen, alcohol of eten om je chronische angst te verminderen.

Kwetsbaarheid gaat vaak samen met afhankelijkheid. Als je met deze valkuil een sterke partner kiest en steeds om geruststelling vraagt ervaar je echter nooit dat je het zelf kunt. Als je alleen bent, dan voel je je helemaal overgeleverd aan dat gevoel van kwetsbaarheid. Je hebt je partner voortdurend nodig. Dit roept natuurlijk vaak boosheid op aan beide kanten.


Bron: YOUNG, J.E. & J.S. KLOSKO, Leven in je leven. Leer de valkuilen in je leven herkennen.

'Ik ben niets waard'

De valkuil van de minderwaardigheid

Het gevoel dat het meest verbonden is met de valkuil van de minderwaardigheid is schaamte. Je voelt schaamte als je tekortkomingen aan het licht komen. Je zou er alles voor over hebben om dit gevoel te vermijden. Je gaat daarom heel ver in het verbergen van je minderwaardigheidsgevoel.

Je hebt het gevoel dat je minderwaardigheid in je zit. Het is niet zichtbaar. Het is onlosmakelijk met jou verbonden – je voelt echt dat je de liefde van anderen niet waard bent.

Iedereen heeft op zijn eigen manier last van schaamte. Sommigen hebben gebrek aan zelfvertrouwen en maken een onzekere indruk (overgave). Anderen maken een normale indruk (vermijden). Weer anderen zien er zo perfect uit dat je helemaal niet op de gedachte zou komen dat ze de valkuil hebben (bestrijden).

Als vermijden je meest gebruikte strategie is, dan ben je misschien verslaafd of heb je last van dwangmatigheid. Drinken, drugsgebruik, te veel roken, te veel eten, het zijn allemaal manieren om jezelf te verdoven, om pijnlijke gevoelens van waardeloosheid te ontlopen.


Bronnen van de valkuil van de minderwaardigheid

De valkuil van de minderwaardigheid komt voort uit het gevoel als kind niet bemind of niet gerespecteerd te worden. Je werd afgewezen of bekritiseerd door een van je ouders of door allebei.

  • Iemand in je familie was erg kritisch tegen je, vernederde of strafte je. Je werd steeds bekritiseerd of bestraft vanwege je uiterlijk, je gedrag, wat je zei.
  • Je ouders gaven je het gevoel dat je hen erg teleurstelde.
  • Een van je ouders of allebei hield niet van je of wees je af.
  • Je werd seksueel misbruikt, of lichamelijk of geestelijk mishandeld door een familielid.
  • Je kreeg de schuld van alles wat bij jullie thuis fout ging.
  • Je ouders vertelden je herhaaldelijk dat je slecht was, dat je nergens voor deugde of waardeloos was.
  • Broers of zussen werden voorgetrokken of de vergelijking met hen viel steeds negatief uit.
  • Een van je ouders verliet het gezin. En jij dacht dat dat jouw schuld was.
Veel mensen die in hun jeugd bekritiseerd werden en die een gevoel van minderwaardigheid kregen, compenseren dat door op bepaalde gebieden uit te blinken. Zij stellen zich hoge doelen en streven onophoudelijk naar succes en status.


Waarschuwingssignalen in het begin van een relatie

Als je de valkuil van de minderwaardigheid hebt, let dan goed op als je je erg tot iemand voelt aangetrokken. Je voelt je waarschijnlijk het meest aangetrokken tot partners die veel kritiek hebben en je afwijzen.
  • Je gaat relaties uit de weg.
  • Je hebt achter elkaar korte, intense relaties of verschillende relaties tegelijk.
  • Je voelt je aangetrokken tot partners die je voortdurend bekritiseren en je vernederen.
  • Je voelt je aangetrokken tot partners die je mishandelen of emotioneel misbruik van je maken.
  • Je voelt je het meest aangetrokken tot partners die weinig belangstelling voor je hebben, in de hoop dat je hun liefde kunt winnen.
  • Je voelt je alleen aangetrokken tot de meest begerenswaardige en aantrekkelijke partners, zelfs als het erg duidelijk is dat je ze niet zal kunnen krijgen.
  • Je voelt je het meest op je gemak bij partners die je niet echt willen leren kennen.
  • Je vrijt alleen met mensen die ver beneden je staan en om wie je niet echt geeft.
  • Je voelt je aangetrokken tot partners die niet echt voor je kunnen kiezen of die niet in staat zijn om regelmatig bij je te zijn. Ze zijn getrouwd, ze houden er nog een ander op na of ze wonen in een andere stad.
  • Je komt in relaties terecht waarin je partner je vernedert, misbruikt of verwaarloost.


De valkuilen van de minderwaardigheid

Ook als je een wederzijdse liefdevolle relatie hebt, zijn er veel manieren waarop je de valkuil van de minderwaardigheid kunt versterken. Die kunnen zijn:
  • Je krijgt heel veel kritiek op je partner op het moment dat je je geaccepteerd voelt en je romantische gevoelens verdwijnen. Dan verandert je gedrag en word je heel kritisch of vernederend.
  • Je verbergt je innerlijk, zodat je nooit het gevoel hebt dat je partner je kent.
  • Je bent jaloers en bezitterig ten opzichte van je partner.
  • De vergelijking met anderen valt voortdurend slecht voor je uit. Je voelt je jaloers en incompetent.
  • Je partner moet je steeds geruststellen dat hij of zij nog steeds om je geeft.
  • Als je partner erbij is haal je jezelf steeds naar beneden.
  • Je staat je partner toe je te vernederen en naar beneden te halen.
  • Je kunt slecht omgaan met eerlijke kritiek. Dan schiet je in de verdediging of word je kwaad.
  • Je hebt veel kritiek op je kinderen.
  • Als je succes hebt dan voel je je een bedrieger. Je bent erg bang dat je je succes niet kan continueren.
  • Je reageert wanhopig of erg depressief op tegenslagen in je carrière of afwijzingen in relaties.
  • Je bent extreem bang om in het openbaar te spreken.
Zoals we al eerder zeiden, voel je je waarschijnlijk het meest aangetrokken tot partners die je minderwaardigheid raken. De keerzijde daarvan is dat je je meestal snel verveelt bij mensen die je goed behandelen.

Bron: YOUNG, J.E. & J.S. KLOSKO, Leven in je leven. Leer de valkuilen in je leven herkennen.

'Ik voel me zo mislukt'

De valkuil van de mislukking

Je hebt het gevoel dat je onderdoet voor mensen van je leeftijd. Meestal heb je veel last van je valkuil. En je gevoel van mislukken zit dicht aan de oppervlakte.
Het maakt niet uit wat je bereikt hebt of wat je presteert, je voelt je hoe dan ook een mislukkeling. Je kan wel veel bereiken, maar je hebt het gevoel dat je het niet verdient.

Je versterkt je valkuil hoofdzakelijk door vermijden. Je doet niet wat nodig is om je kennis te vergroten en om je loopbaan vooruit te brengen. Je gaat het uit de weg om vaardigheden aan te leren, nieuwe taken onder de knie te krijgen en om verantwoordelijkheden op je te nemen.

Het kan lijken dat je je werk goed aanpakt, maar dat je toch dingen vermijdt. Je stelt dingen uit, je wordt afgeleid, je doet je werk net niet goed genoeg, of je pakt de taken niet goed aan. Dat zijn allemaal vormen van zelfsabotage.
Je voelt je depressief over je mislukkingen en je hebt geen hoop op verandering.


Bronnen van mislukken

De valkuil van het mislukken kan samengaan met andere valkuilen, zoals die van extreem hoge eisen, emotionele verwaarlozing, afhankelijkheid, minderwaardigheid, misbruik, of veeleisendheid.

  • Een van je ouders (vaak je vader) had veel kritiek op je schoolprestaties, je prestaties op het gebied van sport en dergelijke. Hij of zij noemde je vaak stom, achterlijk, debiel, een oen, een mislukkeling, enzovoort. Hij/zij heeft je misschien misbruikt. (Je valkuil kan ook samengaan met minderwaardigheid of wantrouwen en misbruik.)
  • Een van je ouders (of allebei) was erg succesvol en je ging geloven dat je nooit zou kunnen voldoen aan zijn of haar normen. Je hebt het dus opgegeven. (Je valkuil kan gerelateerd zijn aan extreem hoge eisen)
  • Je had het gevoel dat het een van je ouders (of beiden) niet kon schelen of je slaagde, of nog erger, dat deze zich erdoor bedreigd voelde. Het kan dat hij of zij met je concurreerde, of dat hij of zij bang was dat hij of zij de band met je zou kwijt raken als je te succesvol zou zijn. (Je valkuil kan verbonden zijn met emotionele verwaarlozing of afhankelijkheid)
  • Je was minder goed dan andere kinderen op school en in sport en je voelde je inferieur. Je had misschien een leerprobleem, een slecht concentratie- of coördinatievermogen. Daarna ben je ermee opgehouden om verdere vernedering uit de weg te gaan. (Dit kan verbonden zijn met sociaal isolement)
  • Je werd vergeleken met je broers en zussen. Die deden altijd alles beter. Je ging geloven dat je nooit hun niveau zou kunnen halen. Dus probeerde je het niet langer.
  • Je kwam uit een ander land, je ouders waren immigranten of je familie was armer of minder goed opgeleid dan die van je klasgenoten. Je voelde je minder dan je vrienden en je had het gevoel dat je nooit even goed zou kunnen worden.
  • Je ouders stelden onvoldoende grenzen. Je leerde geen zelfdiscipline en verantwoordelijkheid. Daarom maakte je je huiswerk vaak niet en maakte je je geen studievaardigheden eigen. Dit leidde uiteindelijk tot mislukking. (Je valkuil kan verbonden zijn met veeleisendheid).
  • Een van je ouders was zelf een mislukkeling.

De valkuilen van het mislukken

De valkuil van het mislukken houdt zichzelf op zo'n manier in stand dat werken een ramp voor je wordt. De verwachting dat je zult mislukken wordt een self-fulfilling prophecy. De manieren waarop je zelf kan saboteren en jezelf ervan verzekeren een mislukkeling te blijven:
  • Je neemt niet de stappen die nodig zijn om de juiste vaardigheden te verkrijgen waardoor je succesvol kunt worden (zoals opleidingen afmaken, laatste ontwikkelingen in je vakgebied bijhouden, in de leer gaan bij een expert). Je laat alles versloffen of houdt mensen voor de gek.
  • Je kiest een loopbaan onder je niveau (je hebt bijvoorbeeld je studie aan de universiteit afgemaakt, je hebt een wiskundeknobbel en je bent nu taxichauffeur).
  • Je doet niet wat er nodig is om promotie te maken in het door jou gekozen vakgebied. Je gaat te weinig vooruit (je hebt bijvoorbeeld promotiemogelijkheden laten schieten, of je hebt er niet naar gevraagd; je promoot jezelf niet; je maakt jezelf niet bekend bij de mensen die van belang zijn; je blijft in een veilige, maar doodlopende baan vastzitten).
  • Je kunt het niet verdragen voor anderen te werken of te werken op een beginnersniveau. Dus eindig je aan de zijlijn van je vakgebied, omdat je er niet in slaagt op te klimmen. (Denk aan de overlap met veeleisendheid en extreme aanpassing).
  • Je neemt wel banen aan, maar je wordt steeds weer ontslagen omdat je te laat komt, dingen voor je uitschuift of omdat je het slecht doet, geen goede houding hebt, enzovoort.
  • Je kunt niet kiezen voor één loopbaan, je zwerft van de ene baan naar de andere, zodat je nooit ergens expertise in ontwikkelt. Je bent een generalist in een wereld waarin specialisten worden gevraagd. Daarom kom je op geen enkel gebied echt vooruit.
  • Je hebt een loopbaan gekozen waarin het heel moeilijk is om succes te hebben, en je weet niet op welk moment je het moet opgeven (zoals muziek, acteren, beroepssport).
  • Je bent zó bang om initiatief te ontplooien of om zelf beslissingen te nemen in je werk, dat je nooit een meer verantwoordelijke positie krijgt aangeboden.
  • Je hebt het gevoel dat je in wezen stom bent of geen talent hebt, terwijl je wel degelijk anders hebt laten zien.
  • Je onderschat je capaciteiten en prestaties en je overdrijft je zwakheden en je fouten. Uiteindelijk voel je je een mislukkeling, hoewel je even succesvol bent als je leeftijdgenoten.
  • Je hebt succesvolle mensen gekozen als partner of als vrienden. Je teert op hun succes, terwijl je zelf weinig presteert.
  • Je probeert je gebrek aan prestaties of competentie te compenseren door je te richten op andere kwaliteiten (zoals bijvoorbeeld je uiterlijk, je charmes, je jeugdigheid, je opofferingsgezindheid), maar onderhuids voel je je nog steeds een mislukkeling.
  • Je geeft jezelf over aan fantasieën en dagdromen over hoe goed je zou presteren in een andere wereld of in een ander beroep.
  • Je verwijt je meerderen of je ouders voortdurend dat ze je niet de kansen geven die je verdient, en vermijdt daarmee zelf de nodige stappen te nemen.
Elk van deze patronen komt neer op vermijden: je vermijdt om de stappen te nemen die nodig zijn om vooruit te komen. Uitblinken op andere terreinen is een van de manieren om de valkuil te compenseren. Deze compensaties zijn echter kwetsbaar. Ze storten gemakkelijk in elkaar en maken dan weer plaats voor het gevoel van mislukking.


Bron: YOUNG, J.E. & J.S. KLOSKO, Leven in je leven. Leer de valkuilen in je leven herkennen.

'Ik doe het altijd op jouw manier'

De valkuil van de extreme aanpassing

Je ervaart de wereld om je heen in termen van macht en controle. Andere mensen hebben het altijd voor het zeggen. Jij voelt je bepaald door de mensen om je heen. De kern van je valkuil is dat je ervan overtuigd bent dat je anderen een plezier moet doen. De enige uitzondering op deze regel ben je waarschijnlijk zelf. Jij bent de enige die je geen plezier hoeft te doen. De andere komt op de eerste plaats. Het leven verliest op die manier veel van zijn vreugde en vrijheid.

Extreme aanpassing vertroebelt je wensen en gevoelens, en je eigen ik. Je hebt het gevoel geen recht te hebben op de dingen waar anderen wel recht op hebben. Je hebt het gevoel dat je geen invloed hebt op de loop van de gebeurtenissen. Je voelt je een slachtoffer van de omstandigheden of van het lot.

Omdat je geen sterk ontwikkeld gevoel hebt over wie of wat je bent, bestaat het gevaar dat je jezelf kan verliezen in je opoffering of onderworpenheid.
Er bestaan drie typen extreme aanpassing:

1. Zelfopoffering (extreme aanpassing uit schaamte)
Mensen die zichzelf opofferen voelen zich verantwoordelijk voor het welzijn van anderen.
Het kan zijn dat je te veel verantwoordelijkheid had voor het lichamelijk welzijn van een ouder, broer of zuster of een ander belangrijk iemand. Misschien was een van je ouders chronisch ziek of depressief. Als je volwassen bent denk je dat het jouw taak is om voor anderen te zorgen. Door dat te doen verwaarloos je jezelf. Opofferingsgezindheid is een te grote deugd geworden.
Je werd als kind niet gedwongen om te doen wat anderen wilden. Maar er is geen evenwicht in geven en ontvangen. Je geeft meer dan je terugkrijgt.
Je valkuil wordt vooral gevoed door schuldgevoel. Je moet leren je schuldgevoel te verdragen wil je kunnen veranderen.

2. Onderworpenheid (extreme aanpassing uit angst)
Je hebt het gevoel dat je geen keuze hebt, of dat werkelijk zo is of niet. Als kind onderwierp je jezelf om te ontkomen aan straf of verlating, waarschijnlijk door een van je ouders. Die dreigde dan of niet meer van je te houden of je te negeren. Je werd tot onderworpenheid gedwongen.

3. Ik zal me nooit gewonnen geven: de rebel
Extreme aanpassers voelen zich over het algemeen goed thuis in hun passieve rol. Sommige mensen met deze valkuil gaan echter in de tegenaanval. In plaats van zich te onderwerpen nemen ze de tegenovergestelde rol en worden agressief en dominant. Door te rebelleren compenseren ze hun extreme aanpassing. Bij de rebel voel je de woede aan de oppervlakte. Je bent vaak geïrriteerd, en je hebt waarschijnlijk regelmatig woede-uitbarstingen.
Typerend voor rebellen is dat zij hun leven lang bezig zijn om met hun ouders te strijden. Ze schikken zich niet in hun volwassen rol en laten klaarblijkelijk deze conflicten nooit achter zich. Ze blijven rebellerende pubers, die precies het tegenovergestelde doen als wat hun ouders voorhadden op het gebied van carrière en relaties.

Extreme aanpassers zijn bijna altijd boos, zelfs als ze dat niet onderkennen omdat ze zich niet zo voelen. Maar omdat ze gewoonlijk hun kwaadheid inhouden en niet voor jezelf opkomen, ontkennen ze natuurlijke lichaamssignalen en corrigeren ze de situatie niet.
Als extreme aanpasser ben je je er dikwijls niet van bewust hoe je je boosheid aan anderen laat zien. Je blaast iets kleins op, op een manier die niet passend is.
Hoewel je misschien soms je boosheid direct uit, doe je dat vaker op een indirecte, verhulde manier, passief-agressief. Je pakt mensen misschien op een subtiele manier terug, door te laat te komen of door achter hun rug over hen te praten. Je doet iets opzettelijk niet en geniet er stilletjes van dat iemand daardoor problemen krijgt. Of je belooft iets te doen en verzint dan uitvluchten om het niet te doen. Dat doe je vaak onbewust. Dit zijn passief-agressieve gedragingen en ze hebben gemeenschappelijk dat het andere mensen irriteert.


Bronnen van de valkuil van de extreme aanpassing

  • Je ouders probeerden je op ieder gebied onder de duim te houden.
  • Je ouders bestraften, dreigden je of ze werden kwaad als je de dingen niet op hun manier deed.
  • Je ouders trokken zich emotioneel terug of keerden zich van je af als je het niet met ze eens was.
  • Je ouders stonden je als kind niet toe je eigen keuzen te maken.
  • Omdat je moeder/vader er niet genoeg was of daar niet toe in staat was, heb jij voor het gezin moeten zorgen.
  • Je ouders praatten met je over hun persoonlijke problemen, zodat je altijd in de rol zat van degene die luisterde.
  • Je ouders waren net martelaren of heiligen, ze zorgden onbaatzuchtig voor anderen en ze ontkenden hun eigen behoeften.
  • Je had niet het gevoel dat je rechten, behoeften of meningen als kind werden gerespecteerd.
  • Je moest voorzichtig zijn met wat je wel en niet zei als kind, omdat je bang was dat je moeder of vader anders depressief of bezorgd zou worden.
  • Je voelde je vaak boos op je ouders, omdat je niet die vrijheid kreeg de anderen kregen.
  • Ais kind werd je overheerst door de mensen die dichtbij je stonden, door je ouders, broers en zussen of anderen.
De motieven van ouders die hun kinderen overheersen kunnen sterk verschillen. Aan de extreem negatieve kant is er een misbruikende ouder die zijn kind aan zich onderwerpt uit egoïsme. Kinderen moeten dan wel gehoorzamen om te overleven. Dergelijke ouders laten hun eigen behoeften prevaleren boven die van hun kinderen. Het ontbreekt hen aan invoelend vermogen. Ze berokkenen hun kinderen veel schade.
Meer naar het midden van het continuüm van extreme aanpassing werd het uitdrukken van je eigen individualiteit door je ouders bekritiseerd of bestraft.
Aan de extreem positieve kant staat de overbeschermende ouder, die wil voorkomen dat het kind verkeerde beslissingen neemt.


Waarschuwingssignalen bij potentiële partners
  • Je partner is overheersend en verwacht dat alles op zijn of haar manier gebeurt.
  • Je partner is erg zelfbewust en weet altijd precies wat hij of zij wil.
  • Je partner wordt geïrriteerd of kwaad als je het niet met hem eens bent of als je niet ingaat op zijn wensen.
  • Je partner respecteert jouw opvattingen, behoeften of rechten niet.
  • Je partner zet een lelijk gezicht of trekt zich terug als jij je zin doorzet.
  • Je partner is snel gekwetst of van zijn stuk gebracht, zodat je het gevoel krijgt dat je voor hem moet zorgen.
  • Je moet uitkijken met wat je zegt of doet, omdat je partner veel drinkt of humeurig is.
  • Je partner is niet erg competent of accuraat, zodat het erop neerkomt dat jij het meeste werk doet.
  • Je partner is onbetrouwbaar of onverantwoordelijk, met als gevolg dat jij dat heel erg moet zijn.
  • Je laat je partner de meeste beslissingen nemen omdat jij meestentijds niet goed weet wat je wilt.
  • Je partner geeft je een schuldgevoel of beschuldigt je van egoïsme, als je vraagt om iets op jouw manier te doen.
  • Je partner is snel verdrietig, bezorgd of somber, zodat jij maar steeds moet luisteren.
  • Je partner is erg zwak en van jou afhankelijk.
Deze relaties roepen sterke gevoelens op omdat zij je de emoties van je kindertijd ontlokken. Steeds weer in iedere nieuwe relatie, voer je het drama op van je onderworpenheid als kind.
In alle relaties komt het thema van onderwerping terug.


Valkuilen voor extreme aanpassers

Zelfs als je een partner vindt die een gelijkwaardige relatie wil, kan je nog op allerlei manieren in je valkuil terecht komen. Zelfs als je een baan hebt die je de gelegenheid geeft om een belangrijke rol te spelen, kun je het zo draaien dat je in de extreme aanpassing terecht komt. Extreme aanpassers van het zelfopofferende type werken vaak in zorgende beroepen.

Dit zijn de valkuilen waarvoor je moet uitkijken in je werk en in je liefdesleven.
  • Je geeft andere mensen alle ruimte.
  • Jij wilt te graag goedkeuring van anderen.
  • Je bent het niet graag openlijk met anderen oneens.
  • Je voelt je beter als anderen de leiding hebben.
  • Je doet bijna alles om confrontatie of kwaadheid te vermijden. Jij past je aan.
  • Je weet meestal niet precies wat je wilt of wat jouw voorkeur is.
  • Je bent niet duidelijk in je loopbaankeuzen.
  • Jij draait altijd op voor de zorg voor anderen, er is niemand die eens naar jou luistert of die voor jou zorgt.
  • Je rebelleert: je zegt automatisch 'nee' als anderen zeggen wat je moet doen.
  • Je kan niet iets zeggen of doen dat anderen kwetst.
  • Je blijft vaak in een situatie zitten waarin je je opgesloten voelt of waarin je tekort komt.
  • Je wilt niet dat anderen je zien als een zelfzuchtig iemand. Dus schiet je door naar het andere uiterste.
  • Je offert jezelf vaak op voor anderen.
  • Je neemt vaak meer verantwoordelijkheid op je dan nodig is, zowel thuis als op je werk.
  • Als anderen problemen hebben of moeilijk zitten dan span je je erg voor hen in, zelfs ten koste van jezelf.
  • Je voelt je vaak kwaad op anderen als ze je zeggen wat je moet doen.
  • Je voelt je vaak tekort gedaan: je geeft meer dan je krijgt.
  • Je voelt je schuldig als je uitkomt voor je eigen behoeften.
  • Je komt niet op voor je eigen rechten.
  • Je verzet je op een indirecte manier tegen wat anderen je opleggen. Je stelt uit, je maakt fouten, je verzint smoezen.
  • Je kunt niet goed met autoriteiten overweg.
  • Je kunt op je werk niet om promotie of opslag vragen.
  • Je voelt je onwaarachtig, je past je te veel aan.
  • Mensen vinden dat je niet ambitieus of agressief genoeg bent.
  • Je bagatelliseert je eigen successen.
  • Je bent een zwakke onderhandelaar.
In welke relatie ook zit je woede aan de oppervlakte. Daar zijn op het werk vaak ondergeschikten het doelwit van.


Bron: YOUNG, J.E. & J.S. KLOSKO, Leven in je leven. Leer de valkuilen in je leven herkennen.

'Het is nooit goed genoeg'

De valkuil van de extreem hoge eisen

De naam van de valkuil verwijst naar de manier waarop een buitenstaander ernaar kijkt.
Mensen die de valkuil van de extreem hoge eisen hebben, zijn gewoonlijk in alles wat ze doen succesvol, maar dat zijn ze in de ogen van anderen. Anderen vinden dat je veel hebt bereikt, maar voor jou tellen je prestaties niet. Dat vind je normaal.

Voor jou bestaat het leven uit doen. Leven is altijd moeten werken of presteren. Je bent altijd je grenzen aan het verleggen. Tijd is voor jou vreselijk belangrijk: Je hebt zóveel te doen en je hebt zó weinig tijd. Je bent je altijd bewust van de tijd en staat altijd onder druk. Je voelt je ook vaak depressief over de grimmigheid van je leven en over de leegte die al je prestaties je geven. Je kunt nooit ontspannen en genieten. Altijd maar met alle geweld vooruit moeten. Je dwingt jezelf om in alles het beste te zijn.

Je realiseert je niet dat de manier waarop je die voldoening najaagt, het plezier in de weg staat. Alles wat je probeert voor elkaar te krijgen leidt tot meer van hetzelfde, namelijk dat je je erg onder druk voelt staan. Lichamelijke stresssymptomen zoals geïrriteerde darmen en hoofdpijn komen vaak voor.

Je fantaseert over het moment in de toekomst waarop je van alles verlost zult zijn. Maar die vreedzame toestand, die je met alle macht hoopt te vinden, komt nooit. En zelfs als dat het geval zou zijn dan vind je wel weer iets anders dat je zou kunnen nastreven. Zo houdt je valkuil zichzelf in stand. In wezen voel je je niet op je gemak als je niet bezig bent iets te bevechten.

Extreem hoge eisen uit zich in drie types:

  1. Dwangmatigheid
  2. Prestatiegerichtheid
  3. Statusgerichtheid
1. Dwangmatigheid
Een dwangmatig persoon zorgt ervoor dat alles perfect in orde is. Je bent het type dat zelfs op de kleinste details let, en dat geen enkele fout wil maken, zelfs niet een kleintje. Je voelt je gefrustreerd en uit je doen als de dingen niet gaan zoals jij dat wilt.

2. Prestatiegerichtheid
Je bent een workaholic. Je werkt zestien uur per dag, zeven dagen per week. Je stelt een hoog prestatieniveau boven al je andere behoeften. Je moet de beste zijn. Je jaagt jezelf voortdurend op met perfectionistische normen. Je kunt op veel gebieden een soort workaholic zijn, bijvoorbeeld in het inrichten van je huis, het kopen van kleren of koopjes najagen, in hobby's en sport.
De valkuil van de extreem hoge eisen kan ook een gevoel van mislukking geven. Als je normen zo extreem zijn dat je er bij lange na niet aan kunt voldoen, ga je je incompetent voelen, een mislukkeling. Veel workaholics zijn chronisch geïrriteerd of boos.

3. Statusgerlchtheid


Dit is vaak een vorm van bestrijden, om je gevoelens van minderwaardigheid of sociaal isolement te compenseren. Als je erg statusgericht bent, voel je je nooit goed genoeg, wat je ook doet. Je bent in een oneindige strijd verwikkeld om steeds meer macht, geld of prestige te verwerven.


De bronnen van de valkuil van de extreem hoge eisen

Hoewel mensen met extreem hoge eisen meestal erg succesvol zijn als volwassene, herinneren ze zich hun jeugd heel anders. Ze herinneren zich juist dat ze zich mislukt voelden, buitengesloten of alleen.
  • Je kreeg alleen liefde van je ouders op voorwaarde dat je goed presteerde.
  • Een van je ouders (of allebei) was het schoolvoorbeeld van hoge normen die niet reëel waren.
  • De valkuil van de extreem hoge eisen ontstond om je gevoelens van minderwaardigheid, sociaal isolement, verwaarlozing of mislukken te compenseren.
  • Een van je ouders (of allebei) gaf je een gevoel van schaamte of reageerde heel streng als je niet voldeed aan de extreme eisen.

De valkuilen van extreem hoge eisen

Het grootste probleem met extreem hoge eisen is dat je het contact met jezelf kwijtraakt. Je bent zo gericht op ordelijkheid, prestaties of status dat niet meer let op je basale lichamelijke, emotionele en sociale behoeften.
>Extreem hoge eisen kosten je heel veel. Je mist veel kansen op geluk en voldoening in je leven.
Succes is wel een beloning, maar het punt is dat je niet de tijd neemt om te genieten van je succes.
  • Je gezondheid lijdt onder de dagelijkse druk, zoals steeds overwerken en niet alleen als gevolg van onvermijdelijke gebeurtenissen.
  • De balans tussen werk en plezier is ernstig verstoord. Je leven lijkt wel een aaneenschakeling van werk en stress zonder plezier.
  • Je hele leven is gericht op succes, status en materieel gewin. Je bent het contact kwijt met wie je echt bent en je weet niet meer wat je echt gelukkig maakt.
  • Er gaat te veel energie zitten in je pogingen om je leven op orde te houden. Je moet steeds lijsten afwerken, je leven organiseren, plannen, schoonmaken, repareren. Je houdt niet genoeg tijd over om creatief te zijn en te niksen.
  • Je relaties met anderen lijden eronder dat je zoveel tijd nodig hebt om aan je eigen normen te voldoen – vooral in je werk en je gerichtheid op succes.
  • Je geeft anderen in je omgeving een ongemakkelijk gevoel omdat ze niet in staat zijn aan jouw hoge eisen te voldoen.
  • Je staat weinig stil bij wat je bereikt en neemt geen tijd om even te genieten. Je hebt zelden een voldaan gevoel. Je gaat liever direct door naar de volgende opdracht.
  • Je voelt je overweldigd omdat je probeert te veel te doen. Er is nooit genoeg tijd om af te maken waaraan je bent begonnen.
  • Je eisen zijn zo hoog dat je veel bezigheden ziet als verplichting of beproeving die je nu eenmaal moet doormaken, in plaats van dat je er gewoon van kunt genieten.
  • Je stelt veel dingen uit. Omdat je hoge eisen tot gevolg hebben dat je denkt dat je bepaalde taken niet aan zult kunnen, ga je ze uit de weg.
  • Je voelt je vaak geïrriteerd of gefrustreerd omdat de dingen en de mensen om je heen niet aan jouw hoge eisen voldoen.

Als je een relatie hebt, ben je extreem kritisch en veeleisend.
Je voelt je misschien aangetrokken tot partners die hun eigen extreme eisen hebben, of juist tot partners met het tegenovergestelde, die ontspannen zijn en het ervan nemen.
Je hebt waarschijnlijk weinig tijd om thuis te zijn bij je geliefde. Als alleenstaande verwaarloos je je vrienden en minnaar; als je getrouwd bent verwaarloos je je gezin.
Ondertussen glijdt het leven door je vingers en voel je je emotioneel leeg.

Omdat je extreem hoge eisen hebt, voel je je zelden tevreden. Je voelt je daarentegen geïrriteerd, gefrustreerd, teleurgesteld en gespannen.


Bron: YOUNG, J.E. & J.S. KLOSKO, Leven in je leven. Leer de valkuilen in je leven herkennen.

'Ik heb er recht op om alles te krijgen wat ik wil'

De valkuil van de veeleisendheid

Er zijn drie types van veeleisendheid, en ieder daarvan brengt weer speciale gevoelens met zich mee. De types overlappen elkaar – je kunt er meer dan één hebben:

  1. Verwende veeleisendheid
  2. Afhankelijke veeleisendheid
  3. Impulsieve veeleisendheid.

1. Verwende veeleisendheid
Je ziet jezelf als speciaal. Je bent veeleisend en controlerend, en je wilt dat alles op jouw manier gaat. Als anderen tegenstribbelen, word je boos.
Je houdt haast geen rekening met de gevoelens van anderen, je leeft je niet in. Misschien maak je zelfs misbruik van anderen.
Formele sociale verwachtingen en gebruiken laten je koud. Je neemt wat je wilt, zonder dat je je er schuldig over voelt, omdat je het gevoel hebt er recht op te hebben. Je denkt dat je wel wegkomt met de negatieve gevolgen.


2. Afhankelijke veeleisendheid

Als je het afhankelijke type bent, dan voel je je gerechtigd om afhankelijk te zijn van anderen en je verwacht zonder meer dat anderen sterk zijn en voor je zullen zorgen. Als een kind ten opzichte van zijn ouders heb je het gevoel dat je er recht op hebt. Mensen zijn het je verschuldigd.
Je bent eerder passief dan agressief. Als iemand niet goed voor je zorgt, voel je je slachtoffer. Je laat je boosheid op andere manieren blijken – pruilen, passief-agressief gedrag, lichamelijke klachten, zeuren en af en toe een kinderlijke woedeaanval. Jij hebt hulp nodig en anderen moeten je die hulp geven.


3. Impulsiviteit

Je hebt je leven lang al het probleem dat je niet goed in staat bent om je gedrag en je gevoel te beheersen. Je doet waar je zin in hebt, zonder op de gevolgen te letten.
Je bent niet voldoende in staat om teleurstellingen te verdragen, waardoor je lange termijntaken niet kunt afmaken, vooral niet saaie routinetaken. Je bent niet georganiseerd en hebt weinig structuur. Je hebt geen discipline. Je kunt je gevoelens niet goed in bedwang houden, vooral boosheid. Je vindt dat je het recht hebt je woede te uiten en dat anderen dat maar te nemen hebben.


Anders dan bij andere valkuilen – die juist tot gevolg hebben dat je je behoeften onderdrukt – geeft de valkuil van de veeleisendheid juist volledig vrij baan aan je verlangens.
De meeste mensen met de valkuil van veeleisendheid hebben zelf weinig last van hun valkuil. Het leven wordt pas pijnlijk als je niet meer in staat bent onder de negatieve gevolgen van je veeleisendheid uit te komen. Tenslotte realiseer je je dat je een prijs betaalt voor je valkuil.


Bronnen van veeleisendheid
Voor veeleisendheid kunnen drie oorzaken of bronnen worden onderkend:
  1. Onduidelijke grenzen.
  2. Afhankelijk makende toegeeflijkheid.
  3. Veeleisendheid als verweer tegen andere valkuilen.
1. Veeleisendheid door onduidelijke grenzen
Dit is de belangrijkste bron van veeleisendheid. Ouders staan model voor zelfcontrole en zelfdiscipline. Ouders zonder zelfcontrole krijgen kinderen zonder zelfcontrole. Deze ouders bieden hun kinderen te weinig grenzen en controle. Ze verwennen hun kinderen of geven ze te veel hun zin. Dat doen ze op verschillende manieren:

a) Verwende veeleisendheid
Kinderen krijgen alles wat ze willen. Dat geldt voor spullen maar ze mogen ook gewoon doen wat ze willen. Het kind controleert de ouders.

b) Impulsiviteit
Kinderen wordt niet geleerd teleurstellingen te verdragen. Ze hoeven geen enkele verantwoordelijkheid te dragen of taken te doen die hen worden opgedragen, bijvoorbeeld huishoudelijke klussen of schoolwerk. De ouders staan toe dat het kind zijn verantwoordelijkheid niet draagt. Ze zitten er niet achteraan of geven nooit straf.
Deze kinderen leren ook niet om hun impulsen in bedwang te houden. De ouders staan toe dat de kinderen al hun gevoelens uitleven, zoals kwaadheid, zonder dat ze er voldoende negatieve consequenties aan verbinden. Een van beide (of beide ouders) kan zelf problemen hebben met het in de hand houden van gevoelens en impulsen.


2. Afhankelijk makende toegeeflijkheid
De bron van afhankelijke veeleisendheid zijn ouders die zodanig toegeeflijk zijn ten opzichte van hun kinderen, dat ze hen afhankelijk van zich maken. De ouders nemen de dagelijkse dingen van hen over, zij nemen de beslissingen en ruimen de moeilijkheden uit de weg. De omgeving is zo veilig en beschermd en van het kind wordt zo weinig verwacht dat het ertoe wordt gebracht dit soort verzorging op te eisen.
Hoe afhankelijker je mocht zijn – hoe meer je beschermd bent en in alles je zin kreeg – des te meer zul je neigen naar afhankelijke veeleisendheid.


3. Veeleisendheid als verweer tegen andere valkuilen
Voor de meeste mensen is veeleisendheid een vorm van verweer tegen of compensatie voor andere valkuilen – meestal minderwaardigheid, emotionele verwaarlozing of sociaal isolement.
Als je veeleisend bent geworden als manier van omgaan met vroege emotionele verwaarlozing, dan werd je als kind waarschijnlijk bedrogen of ernstig verwaarloosd. Je veeleisendheid kan een goede en gezonde manier zijn geweest om met de problemen om te gaan toen je nog een kind was. Veeleisendheid heeft je misschien een uitweg geboden uit de eenzaamheid, het gebrek aan liefde, zorg en aandacht. Het kan ook een reactie zijn op andere valkuilen. Iemand die zich minderwaardig voelt of een buitenstaander kan dat compenseren door zich speciaal te voelen.


Waarschuwingssignalen bij partners
Dit zijn de signalen dat je partnerkeuze wordt ingegeven door deze valkuil. Je voelt je eerder aangetrokken tot partners die je veeleisendheid ondersteunen, dan er tegenin gaan.

1. Verwend en veeleisend
Je voelt je aangetrokken tot partners die
  • hun eigen behoeften achterstellen bij de jouwe
  • je toestaan om hen te overheersen
  • bang zijn om hun eigen behoeften en gevoelens te uiten
  • bereid zijn om misbruik en kritiek, te verdragen
  • toestaan dat je van ze profiteert
  • geen sterk ontwikkeld gevoel van eigenwaarde hebben en die via jou willen leven
  • afhankelijk van je zijn, en die het accepteren dat ze overheerst worden, als prijs voor de afhankelijkheid.

2. Afhankelijk en veeleisend
Je voelt je aangetrokken tot sterke partners die competent zijn en die bereid zijn om voor je te zorgen.

3. Impulsiviteit
Je voelt je aangetrokken tot partners die georganiseerd, dwangmatig en gedisciplineerd zijn en die dus jouw neiging tot chaos en wanorde indammen.


Valkuilen van mensen die verwend en veeleisend zijn
  • De behoeften van de mensen om je heen laten je koud. Je jaagt je eigen behoeften na ten koste van die van hen. Je kwetst ze.
  • Je maakt misbruik van de mensen om je heen. Je vernedert ze of je bent gemeen tegen ze.
  • Je kunt je niet goed inleven in de gevoelens van anderen. Zij hebben het gevoel dat je ze niet begrijpt of dat het je niets kan schelen.
  • Je mag meer nemen dan geven aan de samenleving. Dit resulteert in onevenwichtigheid en is niet eerlijk ten opzichte van anderen.
  • Omdat het je niet lukt om volgens de regels te handelen of geen rekening houdt met de collega's word je vaak op het matje geroepen, overgeplaatst of misschien ontslagen.
  • Je maakt misbruik van partner, gezin, vrienden of kinderen of behandelt hen oneerlijk of egoïstisch. Daardoor krijgen ze een hekel aan je of verbreken het contact met je. Ze laten je misschien in de steek.
  • Je kunt in criminele of illegale zaken terechtkomen, als je fraudeert of de wet overtreedt, zoals voorbeeld door belastingontduiking of bedrijfsfraude.
  • Je hebt nooit de kans gekregen om het genoegen te smaken van een echte gelijkwaardige wederzijdse relatie – het plezier van onbaatzuchtig geven.
Als je veeleisendheid een vorm van verweer is, dan geef je jezelf nooit de kans om je andere valkuilen onder ogen te zien en op te lossen. Je echte behoeften worden nooit vervuld. Je kunt je emotioneel verwaarloosd, minderwaardig of sociaal ongewenst blijven voelen.

Valkuilen van mensen die afhankelijk en veeleisend zijn
  • Je leert nooit om voor jezelf te zorgen, omdat je per se wilt dat anderen voor je zorgen.
  • Je maakt ten onrechte inbreuk op de rechten van anderen. Je staat ten onrechte anderen niet toe hun tijd voor zichzelf te gebruiken. Je belemmert anderen te veel met jouw eisen.
  • De mensen van wie jij je afhankelijk maakt, krijgen uiteindelijk genoeg van je afhankelijkheid en je eisen. Ze worden kwaad, ze laten je in de steek, ze ontslaan je of houden ermee op je te helpen.
  • Als de mensen van wie je afhankelijk bent dood gaan of je verlaten ben je niet in staat voor jezelf te zorgen.

Valkuilen van mensen die impulsief zijn
  • Je brengt taken niet tot een goed einde, zodat je in je loopbaan niet vooruit komt. Je presteert chronisch onder je kunnen, en je voelt je incompetent als gevolg van je mislukkingen.
  • De mensen om je heen krijgen na verloop van tijd genoeg van je onverantwoordelijke gedrag en ze verbreken hun relatie met je.
  • Je leven is een chaos. Je kunt jezelf niet ertoe brengen om voldoende richting en structuur aan te brengen. Daardoor blijf je vast zitten.
  • Je bent op bijna alle levensgebieden te weinig gedisciplineerd om je doelen te bereiken.
  • Je bent verslaafd aan drugs, alcohol of te veel eten.
  • Je hebt niet genoeg geld om voor elkaar te krijgen wat je in je leven wilt bereiken.
  • Je hebt problemen gekregen met de schoolleiding, met de politie of op je werk, omdat je impulsief bent.
  • Je bent vervreemd van je vrienden, je echtgeno(o)te, je kinderen of je bazen door je boosheid en je explosiviteit.

Mensen met deze valkuil willen zelden veranderen. Ze lezen helemaal geen zelfhulpboeken. Ze willen helemaal niet in therapie. Ze geven anderen de schuld van hun problemen en ze doen alles om de status quo te handhaven.


Bron: YOUNG, J.E. & J.S. KLOSKO, Leven in je leven. Leer de valkuilen in je leven herkennen.

woensdag 17 september 2008

Reactie op 'Kijk me aan terwijl je spreekt'

ik ben het er absoluut mee eens, ik praat liever met vrouwen dan met mannen en als ik de keuze heb dan kies ik altijd voor de vrouw, ik kan hen beter verstaan/lezen
de lagere stem versta ik slechter dan de hogere en gaat makkelijker ten onder in het omgevingsgeruis maar het was me nog niet opgevallen - ik ben een man - dat dat (ten dele?) komt door het aankijken tijdens het spreken
mannen neigen er ook toe om hun zinnen kort te houden, onvolledige zinnen te maken en binnensmonds te mompelen; dit in tegenstelling tot de meeste vrouwen
een uitzondering zijn de hogere leidinggevenden of alle mannen die het gewend zijn om voor een klein of groot publiek te spreken

maandag 15 september 2008

Kijk me aan terwijl je spreekt

Is het u ook al gebeurd dat praten met de partner, man of vrouw, op een woordenwisseling uitloopt, waarna jullie allebei met het onbestemde en onaangename gevoel blijven zitten niet begrepen te worden?

Je begrijpt me gewoon niet gaat over de spreek- of communicatiestijlen van mannen en vrouwen. Die spreken doorgaans op een verschillende manier, en dit leidt in het man-vrouwcontact regelmatig tot misverstanden. Deborah Tannen verklaart dit doordat beide seksen in een andere cultuur zijn opgegroeid. Jongens onder elkaar gedragen zich anders dan meisjes, en in hun spel en onderlinge omgang maken ze zich over andere dingen druk. Jongens zijn in de groep vooral gericht op het handhaven van een positie, vallen graag op en laten zich niet op de kop zitten. Hun onderlinge relaties hebben altijd een strijdaspect. Meisjes zoeken eerder naar overeenkomsten met elkaar, en naar contact. Ze hechten veel belang aan verbondenheid.

Dit heeft invloed op hoe en waarover mannen en vrouwen (met elkaar) spreken. Maar het beïnvloedt ook hoe ze zich gedragen tijdens een gesprek. En die gedragswijze blijft opvallend gelijk doorheen de ontwikkeling van jongens resp. meisjes.
Deborah Tannen: "Op elke leeftijd zitten meisjes en vrouwen dichter bij elkaar en kijken elkaar rechtstreeks aan. Op elke leeftijd zitten jongens en mannen schuin ten opzichte van elkaar - in een geval haast parallel aan elkaar - en kijken elkaar nooit recht in het gezicht. (...) De meisjes en vrouwen verankeren hun blik op elkaars gezicht en wenden af en toe hun blik af, terwijl de jongens en mannen hun blik op een ander punt in de kamer verankeren en af en toe een blik op elkaar werpen." (Je begrijpt me gewoon niet, p. 257)

Tannen heeft video-fragmenten uit sociaalpsychologisch onderzoek geanalyseerd. Maar wie de moeite neemt om mannen en vrouwen in gesprek te observeren, merkt het snel. Vrouwen houden oogcontact en kijken elkaar aan terwijl ze praten, mannen kijken langs de gesprekspartner heen of in de verte. Ook in het contact tussen een man en een vrouw valt dit op, tenzij de man amoureuze bedoelingen heeft. Een en ander valt te begrijpen vanuit de typische mannen-/vrouwencultuur.

Dit heeft wel heel belangrijke consequenties voor wie slechthorend is en afhankelijk van liplezen voor het (goed) verstaan van de gesprekspartner. Als je als slechthorende met een vrouw praat, onafhankelijk of je zelf man of vrouw bent, dan ervaar je meestal niet veel problemen, tenzij ze erg stil praat. Zij kijkt je nagenoeg altijd aan, en dus kan je makkelijk liplezen. Maar als je gesprekspartner een man is, heb je pech. Hij kijkt je bij voorkeur niet aan, en dus kan je zijn mondbeeld niet zien.

Plots ging me een licht op. De moeilijkheid om mannen te verstaan wordt doorgaans verklaard doordat hun stem lager is en minder zuiver. Dit zal zeker een rol spelen. Maar mannen zijn volgens mij ook moeilijker te volgen omdat ze je niet aankijken terwijl ze praten - tenzij ze voor een menigte oreren en je toevallig net voor hen staat of zit. Deze ervaring had ik in ieder geval al vaker als mannen mij te woord stonden in een winkel of dienstverlenend bedrijf. Mannen kijken weg van je of mompelen terwijl ze in een folder bladeren. Toen ik een nieuwe fiets wou kopen leek de fietsenhandelaar te praten voor een denkbeeldig publiek.

Deze 'ontdekking' heeft heel wat van mijn communicatieproblemen verhelderd. Wat ik - wellicht als vrouw - vanzelfsprekend verwachtte in een gesprek, bleek mijn man keer op keer niet op te brengen, alhoewel hij wist dat het zien van een mondbeeld voor mij belangrijk is. Voor mij was dat heel teleurstellend, want het leek alsof het hem onverschillig liet en hij niet de moeite wou doen. Maar hij begreep er waarschijnlijk niets van. Hij vond het vooral heel vervelend dat hij zo vaak moest herhalen, en had waarschijnlijk helemaal niet het gevoel iets verkeerd te doen.

Mannen moeten hun natuurlijke spreekstijl in het algemeen ingrijpender aanpassen aan de behoeften van een slechthorende (gespreks)partner dan vrouwen. De laatsten doen immers wat ze altijd al deden.

© Minervaria

Design by The Blogger Templates

Design by The Blogger Templates